Wanneer de wei lonkt, lonkt het gevaar.
Met het eerste voorjaarsgras verandert niet alleen het uitzicht op de weide, maar vaak ook het hele voedingspatroon. En juist daarin schuilt het risico. Want een nieuw seizoen vraagt geen radicale ommezwaai, maar een gefaseerde finetuning van het rantsoen.
De valkuil van de alles-in-één-aanpassing
Gras, werk, supplementen, nieuwe routines — alles tegelijk aanpassen voelt logisch, maar het verstoort de balans. Wie een paard in één ruk op de wei zet, tegelijk krachtvoer halveert, een kruidenmix toevoegt en het trainingsschema opschroeft, weet niet meer wat welk effect veroorzaakt. Bij klachten of gedragsveranderingen is bijsturen dan onmogelijk.
Tip:
Kijk naar de seizoensovergang als een reeks schakels, niet als een sprong. Introduceer veranderingen stap voor stap, met ruimte voor observatie en bijsturing.
Overreactie op grasgroei: het rantsoen uit balans
Zodra het gras opkomt, zien veel eigenaren het krachtvoer als overbodig. Maar niet elk paard kan alle energie en voedingsstoffen uit voorjaarsgras halen. De variatie in suikers, het tekort aan vezels en de dalende mineralenconcentraties maken het lentegras juist onbetrouwbaar als hoofdvoeder.
Vooral sobere rassen, paarden met insulineresistentie of gevoelige darmen profiteren niet automatisch van die ‘groene boost’. Integendeel: het rantsoen raakt uit verhouding, met risico op verteringsproblemen of stofwisselingsstress.
De rol van balancers en schakelvoeders
Een goed opgebouwde overgang bevat een ‘tussenlaag’: voeders die specifiek ontworpen zijn om de kloof te overbruggen tussen stalrantsoen en weidegang. Denk aan vezelrijke balancers of laaggedoseerde mineralenmengsels. Deze vullen aan waar het gras tekortschiet, zonder te overvoeren.
Let op:
Niet elke balancer is hetzelfde. Kies producten die afgestemd zijn op weidegebruik, zonder overmaat aan eiwit, zetmeel of ijzer.
4. Verschillende paarden, verschillende noden
Een recreatief paard op rust met een schraal grasaanbod heeft andere behoeften dan een sportpaard dat intensiever gaat trainen in het voorjaar. En ook tussen individuen bestaan grote verschillen in vertering, energieverbruik en hormonale respons.
conclusie
Voorjaarsrantsoenen vragen geen aan-uitbenadering, maar een traploze aanpassing.
Denk in schakels, niet in extremen. Voer niet minder of méér, maar doordachter. Z
o geef je je paard een gezonde start van het seizoen – zonder verrassingen.