Fructaan is een wateroplosbare koolhydraatvorm die gras helpt om energie op te slaan. Een logische en natuurlijke strategie voor de plant, maar niet zonder risico voor het paard. In het vroege voorjaar, bij zonrijke dagen en koude nachten, stijgt het fructaangehalte in gras tot potentieel gevaarlijke waarden. En dat maakt deze suikerstructuur tot een van de belangrijkste voedingsgerelateerde risicofactoren voor hoefbevangenheid.
Wat is fructaan?
Fructanen zijn ketens van fructosemoleculen die door gras worden opgeslagen als energievoorraad, vooral bij lagere temperaturen en hoge lichtintensiteit. In tegenstelling tot zetmeel bevinden fructanen zich niet in de celstructuur, maar in de vacuoles van plantencellen, waardoor ze makkelijker vrijkomen bij het kauwen. Ze zijn vooral terug te vinden in koele-seizoensgrassen zoals Engels raaigras (Lolium perenne) en ruwbeemdgras (Poa pratensis) .
Planten synthetiseren fructaan als buffer tegen stress, onder andere bij:
Koude nachten (minder metabole afbraak)
Veel zonlicht (meer fotosynthese)
Watertekort (opslag in plaats van groei)
Wanneer piekt het fructaangehalte?
De hoogste fructaangehaltes in gras worden waargenomen:
Bij ochtendzon na koude nachten, vooral wanneer de temperatuur onder de 5 °C zakt.
Op heldere, zonnige dagen zonder nachtelijke groei.
Bij kort gemaaid of gestrest gras, wat de fructaanopslag stimuleert.
Onderzoek toont aan dat fructaangehaltes in gras tot 50% van de droge stof kunnen bedragen onder deze omstandigheden. ((Pollit, C., (2008) Equine Lamintis Current Concepts)) Dat is beduidend hoger dan gemiddeld hooi of zomergras, dat vaak rond 5–10% fructaan bevat.
Wat gebeurt er in het paard?
Paarden verteren fructaan niet in de dunne darm. In plaats daarvan komt het terecht in de blinde en dikke darm, waar het via fermentatie wordt afgebroken door microbiële flora. Bij overmatige inname leidt dit tot:
Verzuring van het darmmilieu (pH-daling)
Afsterven van gunstige bacteriën en overgroei van Lactobacilli
Endotoxinevorming en verhoogde doorlaatbaarheid van de darmwand
Systemische inflammatie en verhoogd risico op hoefbevangenheid
Van Eps en Pollitt (2006) ((van Eps, A. W., & Pollitt, C. C. (2006). Equine laminitis induced with oligofructose. Equine Veterinary Journal, 38(3), 203–208.)) toonden aan dat toediening van grote hoeveelheden fructaan effectief hoefbevangenheid induceert bij sobere paarden .
Risicogroepen: wie moet je beschermen?
Sommige paarden lopen significant meer risico op fructaangerelateerde problemen:
Sobere rassen (bijv. Fjorden, Haflingers, Shetlanders maar ook Friezen)
Paarden met insulineresistentie of het Equine Metabool Syndroom (EMS)
Eerdere episodes van hoefbevangenheid
Paarden met beperkte beweging of overgewicht
Deze paarden kunnen al hoefbevangen raken bij relatief lage fructaaninname, vooral als ze onbeperkt toegang hebben tot jong, koud gegroeid gras.
Conclusie
Fructaan is geen vijand – maar zeker ook geen onschuldig element. In de juiste context is het een waardevol plantaardig energie-opslagmechanisme.
In de verkeerde context, vooral voor gevoelige paarden, is het een stille trigger voor ernstige problemen zoals hoefbevangenheid.
Door inzicht in weertype, risicofactoren en paardenprofielen kun je met vertrouwen bepalen: vandaag wel of niet op de wei?