Feeding the future: merries in het laatste trimester van de dracht

Fallstudien,Derde trimester zwangerschap,Drachtige merrie,Feeding the future,Gesundheit,Voedingmanagement,Wissenschaft,Pflege und Verwaltung,Pflege während der Trächtigkeit,Schwangerschaft

Zorg voor een optimale gezondheid en welzijn van uw merrie en veulen nu en in de toekomst.

Uw merrie zit nu in haar achtste maand van de zwangerschap, een ongelooflijk boeiende tijd! Dit laatste trimester is een periode van intense groei en gewichtstoename voor de foetus. De juiste voeding gedurende deze fase, evenals de eerste dagen na de bevalling, is cruciaal voor de gezondheid van zowel de merrie als het veulen. Hoewel er variaties zijn tussen rassen en paardentypes, gaan we in dit uitgebreide artikel dieper in op de belangrijkste richtlijnen, aandachtspunten en hoogtepunten voor het voeden van een merrie tijdens deze cruciale periode.

Het laatste trimester

Het eindspel van de dracht is een cruciaal moment voor merries, waarbij ze enorme lichamelijke aanpassingen doormaken om de groei en ontwikkeling van de foetus te faciliteren. Aan het begin van deze fase is de foetus, afhankelijk van het ras, ongeveer 50 – 70 cm groot en weegt tussen de 8,5 en 15 kg. Vanaf dat moment tot aan de geboorte vindt 60% van de totale groei plaats. Bij de geboorte zal het veulen 1,5 – 2 keer zo groot zijn als bij het begin van de achtste maand en het geboortegewicht zal drie- of zelfs viervoudig zijn toegenomen. Een merrie van 500 kg zal in totaal tot 80 kg aankomen, waarvan het grootste deel in het laatste trimester.
Het is dan ook vanzelfsprekend dat goede voeding tijdens deze fase niet alleen essentieel is voor de gezondheid van de merrie, maar ook voor de optimale groei en ontwikkeling van het ongeboren veulen.

De voedingsbehoefte van merries in het laatste trimester van de dracht

Energie

In de laatste fase van de zwangerschap hebben merries een extra portie power nodig. Deze energieboost ondersteunt de groei van de veulen en bereidt de merrie voor op de melkproductie.1

Wetenschap onderstreept het: een gebalanceerd, energierijk dieet is cruciaal voor drachtige merries. Een tekort aan energie in hun voeding kan leiden tot ondervoeding. Nu is het zo dat matige ondervoeding – waarbij de merrie zo’n 80% van haar energiebehoefte binnenkrijgt – de groei van de foetus niet lijkt te beïnvloeden. Wat wel opvalt, is dat de zwangerschap langer duurt.

In de laatste fas evan de dracht hebben merries extra energie nodig om de groei van het veulen te ondersteunen en de melkproductie voor te bereiden.
In de laatste fase van de dracht hebben merries extra energie nodig om de groei van het veulen te ondersteunen en de melkproductie voor te bereiden.

Als de ondervoeding ernstiger wordt, heeft dit wel invloed op de groei van de foetus en het geboortegewicht. Zelfs als er bij de geboorte geen tekenen van ondervoeding zijn, is er later wel een effect: veulens van ondervoede merries vertoonden op 12 maanden een vertraagde testisrijping (begin van de puberteit), een verlaagd insulineniveau en een lagere insulinegevoeligheid op 19 maanden. Ze hadden ook een smaller pijpbeen tussen de 19 en 24 maanden vergeleken met veulens van merries die wel genoeg energie binnenkregen.234567

Eiwitten en aminozuren

Eiwitten spelen een hoofdrol in de groei en ontwikkeling van veulens en zorgen ervoor dat de melkklieren van de merrie klaar zijn voor de lactatie. De balans van kwalitatieve eiwitten en essentiële aminozuren is cruciaal voor de gezonde ontwikkeling van het veulen en de metabolische processen van de merrie. In de laatste fase van de zwangerschap, speelt eiwit een sleutelrol in de vorming van foetaal weefsel, zoals spieren, organen en de placenta.
In de laatste maand van de zwangerschap stijgt de behoefte aan eiwitten met bijna de helft. Het is belangrijk om te weten dat niet alle commerciële voeders voor drachtige merries hierin voorzien. Daarom kan het nodig zijn om extra hoogwaardige eiwitten toe te voegen, bijvoorbeeld via alfalfa.

Het belang van een goede energiebalans

In de praktijk is het een meer voorkomend fenomeen dat drachtige merries te rijk gevoed worden. Het is niet ongebruikelijk dat ze, naast hun ruwvoer, krachtvoer krijgen dat rijk is aan oplosbare koolhydraten en eiwitten. Dit alles in de hoop de groei van de foetus te bevorderen. Helaas leidt dit bij de meeste merries tot overgewicht. Verschillende onderzoeken suggereren dat krachtvoer, maar ook overgewicht, zorgt voor een verminderde colostrumproductie. Colostrum is de eerste melk die de merrie produceert. Daarbij wordt het verband gelegd met veranderingen in de stofwisseling en de ontwikkeling van osteochondrose bij veulens. Studies toonden aan dat een te hoge calorie-inname door de merrie ook effect heeft op de glucose- en insulinedynamiek van het veulen dat bij sommigen tot 19 maanden na de geboorte aanhielden. Dit speelt dan weer een rol in de kans op ontwikkeling van EMS op latere leeftijd.8910

Vetten

Het dieet met vetten verrijken kan daarentegen gunstige effecten hebben op merrie en ongeboren veulen. Door de toevoeging van vetten wordt de calorie-inname beperkt waardoor – vooral bij merries met een metabolische aandoening – de kans op vetopslag en laminitis verminderd. Een toevoeging van vijf procent vetten op het dagelijks rantsoen is voldoende om de lichaamsconditie van de merrie te handhaven. Dit betekent ook tot vijftien procent minder voer dat gegeven moet worden om hetzelfde resultaat te behalen.

Merries die profiteren van een voedzaam dieet rijk aan vetten en vezels, hebben een hoger gehalte aan linolzuur in hun melk en meer immunoglobulinen in hun colostrum. Dit in vergelijking met merries die voornamelijk een dieet krijgen dat rijk is aan koolhydraten.11 Immunoglobulinen , ofwel antistoffen, vormen een belangrijk onderdeel van het afweersysteem dat het veulen van de moeder moet meekrijgen. Merries die overmatig krachtvoer gevoerd krijgen blijken colostrum van slechtere kwaliteit met minder immunoglobuline te produceren.12

Linolzuur is een omega-6-vetzuur dat een voorloper is van prostaglandinen, op vet gebaseerde moleculen die een rol spelen bij het herstel van weefsel. Deze stoffen zijn echte beschermengelen tegen maagzweren. Pasgeboren veulens, zijn gevoelig zijn voor maagzweren Tot 60% van de pasgeboren veulens ontwikkelt maagzweren binnen de eerste week na de geboorte. Dat heeft te maken met de zuurtegraad in de maag die in de eerste week na de geboorte naar minder dan 2 pH zakt en pas ‘met het ouder worden’ weer op het gewenste niveau van 4 – 5pH komt. Maar wanneer het veulen ouder wordt en begint mee te eten met de moeder, vermindert de afhankelijkheid van moedermelk. Dit verandert de zuurgraad in de maag van het veulen, wat opnieuw een omgeving kan creëren die mogelijk tot maagzweren leidt. Melk met meer linolzuur kan dan een schild vormen tegen het ontstaan van deze zweren.

Het toedienen van docosahexaeenzuur (DHA), een gemakkelijk opneembaar omega-3-vetzuur, in de laatste drie maanden van de zwangerschap, draagt bij aan een vlot herstel van de baarmoeder na de bevalling. Uit onderzoek blijkt ook dat veulens van moeders die DHA hebben gekregen, eerder opstaan en drinken.13. Dat suggereert dat DHA via de placenta wordt overgedragen naar de foetus.14

Let er wel op dat het toevoegen van vetten voorzichtig en gelijkmatig opgebouwd wordt. De totale dagelijkse hoeveelheid mag de 10% van het complete rantsoen niet overschrijden.

Vitaminen en mineralen

Vitaminen en mineralen spelen een belangrijke rol voor drachtige merries en hun ongeboren veulens. Ze helpen bij het ondersteunen van de vele fysiologische processen die plaatsvinden, en zijn onmisbaar voor de groei en ontwikkeling van het veulen.15 Een gebalanceerd samenspel van vitamines en mineralen is cruciaal. Het voorkomt niet alleen tekorten, maar ondersteunt ook de optimale gezondheid van zowel de merrie als haar veulen in ontwikkeling. Wetenschappelijk onderzoek onderschrijft dit belang.((CVB, CVB Tabellenboek Voeding Paarden en Pony’s; CVB-reeks nr. 51; September 2013))).

De behoefte aan calcium, fosfor en magnesium neemt toe vanaf de zevende maand van de zwangerschap. De behoefte aan koper, ijzer, jodium en in mindere mate zout en chloor, stijgt vanaf de negende maand. Onbalans en tekorten leiden bij het veulen tot aandoeningen van het skelet.

Koper is een sleutelspeler in de ontwikkeling van gezonde gewrichten en speelt een preventieve rol voor orthopedische ontwikkelingsstoornissen. De merrie moet voldoende koper opnemen uit het dieet aangezien toediening van koper via een injectie geen effect heeft op het kopergehalte in het veulen.16 Bij het berekenen van het van de koperbehoefte blijft het belangrijk om de balans met de antagonisten zink en ijzer te behouden.

De merrie zelf heeft geen toenemende behoefte aan zink en selenium. Daarentegen is haar veulen volledig afhankelijk van de toevoer via de placenta om voldoende selenium op te nemen.17 Een seleniumtekort, al dan gepaard met vitamine E-tekort, wordt in verband gebracht met steatitis een zeldzame maar dodelijke spieraandoening die voornamelijk voorkomt bij pony- en ezelveulens, tussen de 1 en 6 maanden oud.1819. Toch is het aangewezen om niet zomaar selenium toe te dienen. Doe dit uitsluitend onder toezicht van een dierenarts. De opname van selenium is op een betrouwbare manier te meten door een bloedstaal. De scheidslijn tussen een gezonde en een giftige hoeveelheid is 1 mg. Onderzoekers hebben nog steeds geen eenduidig antwoord gevonden op de aanbevolen hoeveelheid selenium. De onderhoudshoeveelheid voor een niet zwangere merrie van 500 kg is maximaal 1 mg gram per dag/ 100 kg lichaamsgewicht. Er wordt al heel lang aangenomen dat een paard van 500 kg tot 20 mg per dag kan verdragen. Vanaf 21 mg is de hoeveelheid gevaarlijk toxisch. Chronische seleniumvergiftiging kan tot ernstige gezondheidsklachten leiden.

Een toereikende inname van vitamine E tijdens het laatste trimester van de dracht is noodzakelijk voor de ondersteuning van de immuunfunctie van zowel merrie als veulen. Het voorkomt oxidatieve schade en levert essentiële voedingsstoffen voor de zich ontwikkelende foetus. Vitamine E is de hoofdrolspeler voor de immunoglobinehoeveelheid in colostrum en daarmee voor de transfer van passieve immuniteit aan het veulen.1120

Foetale ontwikkeling en gezondheid

Het laatste trimester van de dracht is een belangrijke periode voor de merrie en haar veulen. Wat de merrie eet, speelt een directe rol in de groei en ontwikkeling van de foetus. Dit legt de basis voor de gezondheid en vitaliteit van het paard in de toekomst. Het is dus noodzakelijk om het dieet van de merrie zorgvuldig te beheren tijdens deze periode. We zagen hierboven al dat wetenschappelijk onderzoek heeft aangetoond dat onaangepaste voeding tijdens deze kritieke periode kan leiden tot intra-uteriene groeivertraging. Dat wil zeggen dat het veulen, in verhouding met de lengte van de dracht, kleiner is dan verwacht. Dat wordt in verband gebracht met een reeks gezondheids- en ontwikkelingsproblemen bij veulens waaronder een lager geboortegewicht, een verminderde orgaanontwikkeling, skeletale afwijkingen en een aangetaste immuunfunctie.

Het voedingsmanagement van de merrie tijdens het laatste trimester van de dracht heeft een directe invloed op de groei en ontwikkeling van het ongeboren veulen.
Het voedingsmanagement van de merrie tijdens het laatste trimester van de dracht heeft een directe invloed op de groei en ontwikkeling van het ongeboren veulen.

Bovendien heeft het voedingsplan van een merrie tijdens de laatste maanden van haar dracht een diepgaande invloed op het toekomstige leven van haar veulen. Wetenschappelijk onderzoek toont aan dat de genetische expressie en het metabolische pad van het ongeboren veulen beïnvloed kunnen worden door de voeding van de moeder. Dit kan een blijvende impact hebben op zowel de gezondheid als de prestaties van het veulen in zijn latere leven.21 . Een afgestemd voedingsplan voor drachtige merries is niet alleen cruciaal voor de groei en ontwikkeling van het veulen op korte termijn, maar ook voor de gezondheid en prestaties van het paard op lange termijn.

Ter Conclusie

Hoewel we het belang van een uitgebalanceerde voeding voor je merrie in het laatste trimester van de dracht al hebben aangestipt, kunnen we de impact hiervan op zowel de gezondheid van de merrie als de ontwikkeling van de foetus niet genoeg onderstrepen. Ontoereikende voeding van de merrie tijdens de late zwangerschap kan leiden tot metabolische onevenwichtigheden, verhoogde vatbaarheid voor infecties, complicaties bij de bevalling en vertraagd herstel na de bevalling. Een goed uitgebalanceerd dieet is absoluut noodzakelijk voor het ondersteunen van de immuunfunctie van de merrie, het bevorderen van een optimale lichaamsconditie en de fysische voorbereiding op lactatie en de verzorging van het veulen.

Het is goed om te weten dat de voeding van de merrie in het laatste trimester van de dracht een directe impact kan hebben op de hoeveelheid en kwaliteit van de melk na de bevalling. Voldoende voedingsstoffen voorzien in deze fase is doorslaggevend voor de productie van kwalitatieve biest en melk, die de pasgeboren veulen voorzien van essentiële voedingsstoffen en immuunfactoren.

Wat kan Equi Nutri Care voor u betekenen?

Onze dienstverlening voortplantingsgerelateerd voedingsadvies is speciaal samengesteld om jou en je merrie te ondersteunen vanaf de voorbereidingsfase van de dracht tot aan het moment dat het veulen gespeend wordt. Maak hier uw afspraak voor een voedingsconsult.

  1. Hollands, T. Drury, L. et al. (2023). Evidence Based Equine Nutrition, A Practical Approach For Professionals, 320, 323 – 324 []
  2. Chavatte – Palmer, P. , Robles, M. Developmental programming: Can nutrition of the mare influence the foal’s health?, Rev. Bras. Reprod. Anim., v.43, n.2, p.168-183, abr./jun. 2019 []
  3. Sutton, E., Bowland, J., Ratcliff W., (1977) Influence of level of energy and nutrient intake by mares on reproductive performance and on blood serum composition of the mares and foals. Can J Anim Sci. 1977;57: 551–558. []
  4. Banach, M.A. and Evans, J.W. (1981) Effects of inadequate energy during gestation and lactation on the estrous cycle and conception rate of mares and of their foals weights. Seventh Equine Nutrition and Physiology Symposium, Warrenton, Virginia: Equine Nutrition and Physiology Society; 1981; 97 – 100 []
  5. Henneke, D., Potter, G, Kreider, J., 1984,Body condition during pregnancy and lactation and reproductive efficiency of mares []
  6. Hines et al., 1987,Relationship between body condition and levels of serum luteinizing hormone in postpartum mares []
  7. Robles, M., Gauthier, C. et al. 2017 Maternal Nutrition during Pregnancy Affects Testicular and Bone Development, Glucose Metabolism and Response to Overnutrition in Weaned Horses Up to Two Years. []
  8. Robles, M., Nouveau, E. et al., 2018, Maternal obesity increases insulin resistance, low-grade inflammation and osteochondrosis lesions in foals and yearlings until 18 months of age []
  9. Dobbs, T., 2013, Glucose and insulin dynamics of mares during pregnancy and lactation and of growing foals, PhD Thesis, School of Agriculture and Food Sciences, The University of Queensland []
  10. Ousey, J., Fowden, A. et al. The effects of maternal health and body condition on the endocrine responses of neonatal foals Equine Vet J 2008 Nov []
  11. Hoffman, R. et al., 1999, Dietary carbohydrates and fat influence milk composition and fatty acid profile of mare’s milk. Journal of Nutr. 128 [] []
  12. Karren, B., Thorson, J. et al., 2010, Effect of selenium supplementation and plane of nutrition on mares and their foals: selenium concentrations and glutathione peroxidase. J Anim Sci. 2010 ; 88:991–997 []
  13. Adkin, A., 2013, Supplementation of broodmares with docosohexaenoic acid and its effects on reproductive performance and foal cognitive development. University of FLorida Thesis. []
  14. Kouba, J. et al., 2019, Effect of dietary supplementation with long-chain n-3 fatty acids during late gestation and early lactation on mare and foal plasma fatty acid composition, milk fatty acid composition, and mare reproductive variables., Animal Reproduction Science, vol 203; 33 – 44 []
  15. Glade, M., 1993, The control of cartilage growth in osteochondrosis: A review []
  16. Pearce, S., Grace, N. et al.,1998, Effect of copper supplementation on copper status of pregnant mares and foals., Equine Vet J 1998 May []
  17. McKenzie, H., 2018, Disorders of Foals, 2018 []
  18. Higuchi, T. Ichijo, S. et al., 1989, Studies on serum selenium and tocopherol in white muscle disease of foal. []
  19. Karren, B., Thorson, J. et al., 2009, Effect of selenium supplementation and plane of nutrition on mares and their foals: selenium concentrations and glutathione peroxidase. Journal of Animal Science; 88:991–997 []
  20. Bondo, T., Jensen, K. 2010 Administration of RRR-α-tocopherol to pregnant mares stimulates maternal IgG and IgM production in colostrum and enhances vitamin E and IgM status in foals. []
  21. Peugnet, P., Robles, M. et al, 2016, Management of the pregnant mare and long-term consequences on the offspring. Theriogenology. vol 86; 99 – 109 []
error: De inhoud van deze website is beschermd!