‘Natuurlijk’ paarden houden is populair, maar doen we het wel écht goed?

Natuurlijk… maar dan wel écht natuurlijk.
Maart. De maand het land weer wakker wordt. De vogels fluiten net iets luider, het gras begint te groeien en de paarden krijgen lentekriebels. En daarmee komt ook het jaarlijkse dilemma: Wanneer mogen ze op de wei?

Het is ook de maand waarin de roep om “paarden natuurlijk houden” opnieuw overal opduikt. Begrijpelijk. Het klinkt prachtig. Het paard als vrij wezen, levend in kuddeverband, 24/7 buiten, zonder de tussenkomst van mensenhanden. En geloof me: dat ideaal draag ik zelf ook in mijn hart.

Maar tussen ideaal en realiteit zit een wereld van verschil.

Natuurlijk is geen excuus

‘Natuurlijk houden’ klinkt prachtig. Het roept beelden op van paarden in uitgestrekte kuddes, grazend op eindeloze vlaktes. Maar laten we eerlijk zijn: die realiteit bestaat hier niet. Paarden zijn al duizenden jaren afhankelijk van ons. Ze leven niet meer op de steppen van Mongolië, maar – ik hoop – op omrasterde weides van een x aantal vierkante meter, met een bodem die te nat is, een grasmat die te rijk is en een routine die door ons wordt gestuurd: onze agenda, onze infrastructuur, onze keuzes. Dat is niet fout. Maar het vraagt wel om verantwoordelijkheid.

Natuurlijk houden is geen laissez-faire. Het is geen excuus om achterover te leunen en te zeggen: de natuur zal het wel oplossen.

Dus als je zegt dat je je paard natuurlijk houdt, dan betekent dat voor mij niet dat je niets doet. Het betekent dat je bewust en onderbouwd keuzes maakt die aansluiten bij hun natuur, en niet bij wat jij natuurlijk vindt.

Realistisch versus romantisch

Ik snap het verlangen. De romantiek van paarden die vrij rondscharrelen, zonder de druk van menselijk ingrijpen.

Maar in discussies over ‘natuurlijk houden’ ligt de focus vaak op wat uit de natuur komt: hooi in plaats van brok, weidegang in plaats van stal, kruiden in plaats van medicijnen. Dat klinkt logisch, maar het is een te beperkte kijk. Want natuurlijk houden zou in de eerste plaats moeten gaan over wat past bij de natuur van het paard — zijn fysiologie, zijn gedrag, zijn sociale noden en zijn kwetsbaarheden.

En precies daar loopt het vaak mis. Wat wij als natuurlijk beschouwen, is niet automatisch goed voor het paard. Een weide vol rijk gras lijkt misschien ‘puur natuur’, maar kan funest zijn voor een insulinegevoelig paard. 24/7 buiten met een groep klinkt ideaal, maar veroorzaakt bij sommige paarden chronische stress als de groepsdynamiek niet klopt of de omgeving onvoldoende beschutting biedt.

De essentie van natuurlijk houden is dus niet het klakkeloos kopiëren van de natuur, maar het bewust afstemmen op de biologische en psychologische behoeften van het paard.

Niet de natuur nabootsen, maar de natuur van het paard respecteren.

Het is niet zo moeilijk om een paard op een wei te zetten. Maar het is een pak moeilijker om dat verantwoord te doen.

Natuurlijk houden is geen label. Het is een proces. En het vraagt kennis, observatie, en de bereidheid om bij te sturen. Soms betekent dat: niet de wei op, wel een graasmasker, wél extra ruwvoer, of ja — zelfs even binnen zetten.

Natuurlijk… maar niet naïef

In de drang naar natuurlijkheid zie ik té vaak dat mensen noodzakelijke zorg vermijden. Geen vaccinaties, geen ontworming, geen dierenartsbezoek – omdat dat zogenaamd onnatuurlijk is.

Maar laten we eerlijk zijn: tetanus komt niet uit het niets. Het zit in onze bodems. Besmettelijke ziekten worden sneller verspreid in moderne paardenhouderijen. En giftige planten of verontreinigd hooi zijn geen oerfenomenen, maar het gevolg van menselijke invloeden.

Je paard een basisvaccinatie geven of een dierenarts raadplegen als het nodig is, is geen zwaktebod. Het is verantwoordelijk omgaan met de wereld waarin je paard leeft.

Sterker nog: sommige dingen kun je niet oplossen met kruiden of kristallen. Net zoals voeding meer is dan gras, is gezondheid meer dan energetica. Natuurlijk houden betekent dus niet alles verwerpen wat uit de dierenartsenpraktijk komt, maar kritisch en bewust kiezen wat écht helpt — voor dát paard, in déze context.

Tussen droom en doen

Ik heb er ook lang over gedaan om die balans te vinden. Tussen wat ik voelde dat goed was, en wat ik wist dat nodig was. Tussen loslaten en sturen. Tussen vertrouwen en verantwoordelijkheid.

En ik leer nog elke dag. Soms hoor ik mezelf dingen zeggen die ik vijf jaar geleden zou hebben veroordeeld. Maar dat is groei. Niet omdat ik mijn idealen loslaat, maar omdat ik ze steeds beter leer vertalen naar de praktijk.

Dus als jij ook weleens twijfelt, schuurt, botst of verandert: welkom. Dat is geen zwakte. Dat is betrokkenheid. Natuurlijk houden vraagt meer dan een ideaalbeeld. Het vraagt kennis, aanpassingsvermogen, en de moed om te erkennen dat ‘natuurlijk’ soms juist betekent: heel bewust iets onnatuurlijks doen — omdat het paard dat nodig heeft.

Want natuurlijk... is ook gewoon hard werken.

Voor je paard. Voor jezelf. Voor een wereld waarin idealen niet alleen mooi klinken, maar ook kloppen.

Bild von Ik ben mira

Ich bin mira

Ich bin die Frau, die ständig ihre Brille verliert, ihre Schlüssel vergisst und ihr Telefon nie findet. Aber meine Meinung? Ich habe sie immer parat.

Halb Wolf, halb Frau - buchstäblich auf meinem Facebook-Profilbild, bildlich in allem, was ich tue. Ich bin ein Mensch der Extreme. Intuitiv und scharfsinnig. Ruhig und stürmisch. Stille und Stimme. Sanft zu dem, was verletzlich ist. Hart zu dem, was absichtlich beschädigt. Ich bin keine perfekte Version meiner selbst. Aber eine ehrliche.

Ich arbeite mit Menschen, Systemen, Nahrung, Chaos und Visionen. Manchmal auch mit Pferden, oft mit Prinzipien. Ich glaube an Wahrheit statt an Diplomatie und an Nuancen ohne Schwammigkeit.

Hier teile ich mit, was mich beschäftigt. Was mich aufregt, was mich bewegt, was mich umhaut. Willkommen in meinem Kopf. Es ist ein bisschen wild dort - aber immer real.
#Multi-Stromversorgung #MIRA

Teilen Sie dies :
Fehler: Der Inhalt dieser Website ist geschützt!