Vetten in het paardenrantsoen: waardevolle energiebron of onderschatte risicofactor?

Vetten worden steeds vaker toegevoegd aan paardenvoeding, vooral bij sportpaarden, sobere rassen of dieren in herstel. Maar wat weten we écht over vetten in het rantsoen van paarden? Zijn ze een veilige energiebron of eerder een zorgvuldig te doseren toevoeging? In dit artikel duiken we in de biochemie, voordelen, risico’s en praktijktoepassingen van vetten voor paarden.

Waarom vetten?

Vetten — of preciezer: lipiden — zijn energierijke moleculen. Met 9 kcal per gram leveren ze ruim 2,5 keer meer energie dan koolhydraten of eiwitten. In een tijd waar veel paarden kampen met overgewicht, lijkt dat paradoxaal. Toch zijn vetten essentieel, zeker wanneer energiebehoeften stijgen zonder het risico op zetmeelgerelateerde klachten zoals spierbevangenheid, maagzweren of insulineresistentie.

Belangrijkste voordelen van vetten voor paarden

1. Concentratie van energie zonder zetmeel

Voor paarden die presteren of herstellen, is vet een uitstekende alternatieve energiebron. Het levert duurzame energie zonder het risico op bloedglucoseschommelingen.

2. Essentiële vetzuren (EFA’s)

Omega-3 en omega-6 vetzuren zijn essentieel voor:

  • celmembraanintegriteit

  • hormoonproductie

  • huid- en vachtgezondheid

  • regulatie van ontstekingen
    Paarden kunnen deze vetzuren niet zelf aanmaken en moeten ze via de voeding opnemen.

3. Verbeterde conditie en spieropbouw

Vetrijke diëten kunnen helpen bij het behouden of verbeteren van de lichaamsconditie bij magere of sobere paarden. Ze worden goed verdragen en efficiënt benut.

4. Neurologisch en hormonaal effect

Omega-3 vetzuren hebben bewezen effecten op het gedrag, de stressrespons en de hormonale regulatie, wat relevant is bij temperamentvolle paarden of dieren met een instabiele cyclus.

5. Lagere kans op ‘tying-up’

Bij gevoelige paarden helpt het vervangen van zetmeelrijke energiebronnen door vetten de kans op spierstijfheid (recurrent exertional rhabdomyolysis) te verkleinen.

Soorten vetten en hun toepassingen

Vetbron Eigenschappen Toepassing
Lijnzaadolie Rijk aan omega-3 (ALA), ontstekingsremmend Bij huidproblemen, allergieën, chronische ontstekingen
Soja-/maïsolie Rijk aan omega-6, energierijk Bij prestatie- of magere paarden
Visolie Bevat EPA en DHA, krachtig ontstekingsremmend Bij artrose, PPID, immunologische klachten
Rijstzemelen Vetten + vezels, ook gamma-oryzanol Gewichtstoename, spieropbouw

Vertering van vetten bij paarden

De mythe ontkracht: “Paarden kunnen geen vet verteren”

Dit hardnekkige misverstand doet al jaren de ronde, maar is wetenschappelijk onjuist. Het klopt dat paarden van nature geen vetrijke voeding krijgen in het wild — hun dieet bestaat hoofdzakelijk uit gras en vezels — maar dat betekent niet dat ze fysiologisch niet in staat zijn om vetten te verteren. Integendeel.

De feiten op een rijtje:

  • Paarden hebben geen galblaas, maar dat betekent niet dat ze geen gal kunnen aanmaken. De lever produceert continu gal, die rechtstreeks in de dunne darm wordt afgegeven. Zo kunnen vetten tóch worden afgebroken en geabsorbeerd.

  • De vetvertering gebeurt in de dunne darm, waar galzouten vetten emulgeren (oplossen in kleine druppeltjes). Vervolgens breken lipase-enzymen deze vetten af tot vrije vetzuren, die het lichaam kan opnemen en gebruiken voor:

    • Energieproductie (via ß-oxidatie)

    • Celstructuren

    • Hormoonsynthese

    • Opslag als lichaamsvet (indien overschot)

  • Studies tonen aan dat paarden vetten zeer efficiënt kunnen benutten, vooral bij een geleidelijke opbouw in het rantsoen. Tot wel 20% van de totale energie-inname kan veilig uit vetten komen — al is 8–12% in de praktijk vaak voldoende voor sportpaarden.

  • Vetvertering is zelfs efficiënter dan zetmeelvertering, en veroorzaakt geen schommelingen in de bloedsuikerspiegel of fermentatie in de dikke darm. Daarom is het een interessante energiebron voor paarden met gevoelige darmen, maagproblemen of spierbevangenheid.

Kortom:

Paarden kunnen absoluut vet verteren. Ze doen het alleen niet vanzelf in grote hoeveelheden — net zoals ze ook geen krachtvoer eten in het wild. De sleutel ligt in biologische aanpassing, langzame introductie en passend gebruik.

 Voeg dus gerust dat scheutje olie toe aan het rantsoen — mits doordacht en afgestemd op de behoeften van je paard.

Richtlijnen voor gebruik

Doelgroep Aanbevolen vetpercentage in rantsoen
Gemiddeld paard 3–5% van de dagelijkse energie
Prestatiepaarden (duurarbeid) 8–12%
Maximum tot 20%, enkel onder begeleiding

Wanneer voorzichtig zijn?

  • Insulineresistentie / EMS: Vetstofwisseling kan verstoord zijn; gebruik enkel onder toezicht.

  • Leverproblemen: De omzetting van vetten gebeurt grotendeels in de lever.

  • Diarree of vette mest: Mogelijk teken dat de hoeveelheid te hoog ligt of niet goed wordt verwerkt.

  • Lage graad ontsteking / PPID: Let op de vetbron en kies ontstekingsremmende vetten (omega-3).

Conclusie

Vetten zijn een waardevolle aanvulling in het paardenrantsoen – mits strategisch ingezet. Ze bieden duurzame energie, leveren essentiële vetzuren, verbeteren de lichaamsconditie en kunnen inflammatoire processen reguleren. Zoals bij alles in voeding geldt: het draait om balans, bio-individualiteit en onderbouwde keuzes. Vet is geen wondermiddel, maar in de juiste context een krachtige bondgenoot.

Wil je weten of vetten een zinvolle aanvulling zijn voor jouw paard?

Boek een consult en ik kijk met je mee
Share This :
error: De inhoud van deze website is beschermd!