Zomermetabolisme? Wat Verandert Er In De Spijsvertering Van Je Paard?

Meer gras, meer daglicht, meer beweging, hogere temperaturen – de zomer betekent een andere belasting van het lichaam.
Maar ook intern verandert er veel. De stofwisseling, darmflora en voedingsbehoeften schuiven mee met het seizoen.
Wie de veranderingen begrijpt, kan rantsoen en management preventief bijsturen – voor een stabiel paard met een gezonde vertering.

Temperatuur en vertering: hoe warm weer het maagdarmkanaal beïnvloedt

Hogere omgevingstemperaturen leiden tot aanpassingen in de darmmotiliteit en waterhuishouding.
Onder invloed van hitte vermindert de activiteit van glad spierweefsel in het maagdarmkanaal, waardoor de darmpassage vertraagt. Tegelijk is de wateropname vaak lager, zeker bij beperkte drinkwaterkwaliteit of wanneer paarden het opgewarmde water minder smakelijk vinden. Dit verhoogt het risico op obstipatie en drogere mest.

Daarnaast treedt er bij langdurige hitte mogelijk een shift op in bloeddoorstroming: perifere vasodilatatie (verwijding van de bloedvaten om af te koelen) kan gepaard gaan met een verminderde perfusie van het darmkanaal (de doorbloeding van de slokdarm, maag en darmen), wat de barrièrefunctie en darmgezondheid onder druk zet .

Grasrantsoen = andere VFA-profielen en microbiële balans

Zomergras bevat doorgaans meer oplosbare suikers en minder structuur dan hooi of voordroog.
Dit verandert de verteringssnelheid en het profiel van vluchtige vetzuren (VFA’s) die in de dikke darm worden geproduceerd: meer propionaat, minder acetaat . Die shift beïnvloedt niet alleen de energievoorziening, maar ook het gedrag van het paard, gezien propionaat snellere beschikbaarheid van glucose bevordert.

Een plots overschakelen van hooi naar gras kan bovendien de microbiële balans in de dikke darm verstoren, zeker wanneer het gaat om rijke, korte grasmatten met een hoge suikerconcentratie .

Fermentatiepieken: zomerrisico voor sobere rassen

Bij paarden met een efficiënte fermentatiecapaciteit, zoals sobere rassen, leidt een rijke grasbezetting sneller tot fermentatiepieken. De verhoogde opname van fermenteerbare koolhydraten kan leiden tot een pH-daling in de dikke darm, met risico op dysbiose (verstoring van de darmflora waarbij het evenwicht tussen goede en slechte bacteriën verstoord is), gasvorming of zelfs colitis (ontsteking van de dikke darm).
Dit effect wordt versterkt als het paard te weinig vezelrijke componenten opneemt die als buffer dienen.

De combinatie van hitte en fermentatie versterkt ook het risico op uitdroging, omdat fermentatie een endotherm proces is dat extra vocht vraagt.

Zomer en stofallergie: rol van darmbarrière en immuunsysteem

Seizoensgebonden allergieën, zoals zomereczeem of stofgevoeligheid, worden vaak beschouwd als externe problemen, maar hebben ook een interne component.
De darmbarrière speelt een sleutelrol in het reguleren van immuunreacties. Darmdysbiose en verhoogde doorlaatbaarheid (leaky gut) kunnen bijdragen aan systemische ontstekingsreacties en overgevoeligheidsreacties .

Voeding die de darmgezondheid ondersteunt — zoals voldoende vezels, stabiele fermentatie en ondersteuning van tight junctions (Zonula occludens) – helpt mogelijk om allergische reacties te moduleren.

Conclusie

De zomer begint in het darmkanaal. Wie weet wat daar verandert, kan bijsturen vóór de eerste problemen zichtbaar worden.
Dat betekent: rantsoen aanpassen aan grasstructuur, waterinname monitoren, fermentatieprocessen ondersteunen en de focus op darmgezondheid – ook (of juist) bij paarden die “niks laten zien”.

Wil je zeker zijn dat jouw paard het zomerseizoen gezond doorkomt?

Vraag jouw zomercheck aan! Laat je rantsoen analyseren en ontvang advies afgestemd op temperatuur, grasgroei én darmgezondheid.
Share This :
error: De inhoud van deze website is beschermd!