Wat je voert tijdens de dracht bepaalt méér dan alleen de conditie van de merrie. Het programmeert de genen van het veulen.
De genen van een paard bepalen veel: van bouw en kleur tot prestaties en gevoeligheid voor bepaalde aandoeningen. Maar genen zijn geen rigide schema. Ze vormen de basis voor het potentieel maar de omgeving bepaalt wat ervan tot uiting komt.
Dat is waar epigenetica in beeld komt.
Epigenetica bestudeert hoe omgevingsfactoren – zoals voeding, stress, beweging en huisvesting – de genactiviteit kunnen beïnvloeden, zonder dat het DNA zelf verandert. Dat gebeurt via moleculaire ‘aan- en uitknopjes’ op het genetisch materiaal. En meer en meer blijkt dat de voeding daarbij een veel grotere rol speelt dan vaak gedacht.
Wat is epigenetica in de context van paarden?
In het paardenlichaam (net als bij mensen) zijn er voortdurend processen aan de gang die bepalen welke genen worden geactiveerd – bijvoorbeeld voor spieropbouw, ontstekingsreacties of insulinegevoeligheid. Deze processen worden deels gestuurd door:
DNA-methylering (bv. beïnvloed door foliumzuur, choline, B12),
Histonmodificatie (o.a. via zink, selenium),
microRNA (sommige beïnvloedbaar via omega-3-vetzuren, plantenstoffen, enz.).
Dat betekent dat je met voeding letterlijk de epigenetische signatuur van een paard kunt beïnvloeden – met gevolgen voor gezondheid, prestaties, gedrag en zelfs de volgende generatie.
Praktijkvoorbeelden bij paarden
1. Drachtige merrie & veulen
Een veulen krijgt niet alleen het DNA van de ouders mee, maar ook een epigenetisch programma dat in de baarmoeder wordt gevormd. Onder- of overvoeding tijdens de dracht, verkeerde soort eiwitten of tekorten aan micronutriënten kunnen blijvende effecten hebben op:
- de stofwisseling (bv. insulinerespons),
- spierontwikkeling,
- botdichtheid,
- stressgevoeligheid.
Onderzoek bij andere diersoorten – en ook meer en meer bij paarden – toont aan dat de voeding van de merrie al vroeg in de dracht de genexpressie van het veulen blijvend kan beïnvloeden. Dit fenomeen staat bekend als metabole imprinting, en de effecten hiervan werken vaak levenslang door.
2. Voeding en insulinerespons
Bij paarden met een genetische aanleg voor insulineresistentie (bv. sobere rassen) kunnen epigenetische veranderingen ervoor zorgen dat de insulinegevoeligheid afneemt. Bepaalde nutriënten (zoals magnesium, omega-3, antioxidanten) kunnen via epigenetische routes bijdragen aan het stabiliseren van de insulinerespons en het onderdrukken van laaggradige ontsteking.
3. Epigenetica en hoefbevangenheid
Er zijn aanwijzingen dat de gevoeligheid voor hoefbevangenheid deels epigenetisch gestuurd is en dus niet alleen via genetische aanleg. Met andere woorden ook via voeding en management kunnen bepaalde risicoroutes aan of uit worden gezet. Zo kunnen stoffen die het oxidatieve stressniveau of het inflammatoire profiel beïnvloeden, een epigenetisch effect hebben op vasculaire en endocriene genen.
Welke voedingsstoffen spelen een rol?
Nutriënt | Epigenetisch effect | Belang bij paarden |
---|---|---|
Foliumzuur (B11) | Belangrijk voor DNA-methylering | Dracht, groei, herstel |
Vitamine B12 | Cofactor bij methyleringsprocessen | Mitochondriale functie, veulens |
Choline | Bouwstof voor methyldonoren | Leverfunctie, dracht |
Omega-3 vetzuren | Reguleren genen betrokken bij ontsteking en stofwisseling | Hoefbevangenheid, ECIR, spierherstel |
Zink & Selenium | Beïnvloeden histonstructuur en antioxidatieve genexpressie | Immuunfunctie, vacht, voortplanting |
Polyfenolen | Plantenstoffen (bv. uit kruiden, bessen) moduleren genen | Ontstekingsremmend, adaptogeen |
Wat betekent dit voor de praktijk?
Epigenetica is geen abstracte wetenschap. Het is een praktische leidraad om doordachte keuzes te maken in rantsoen en management:
- Denk levensfasegericht: een veulen, een sportpaard, een drachtige merrie – elk vraagt om specifieke epigenetische ondersteuning.
- Voed niet alleen voor vandaag, maar ook voor morgen: beïnvloed de gezondheid van je paard op langetermijnniveau.
- Werk met precisievoeding: geen hypeproducten, wel nutriënten die werkelijk verschil maken voor het betreffende paard.
Besluit: voeding als epigenetische sleutel
Voeding is meer dan energie en eiwit. Het is informatie. Elke hap vertelt je paardenlichaam hoe het zich moet gedragen, ontwikkelen, verdedigen of herstellen. In de juiste context, met de juiste kennis, wordt voeding zo een krachtig instrument om genexpressie te sturen – vandaag én voor de toekomst.
Of zoals men in de epigenetica zegt:
Erfelijkheid is beïnvloedbaar: De aanleg ligt vast, maar voeding en management bepalen wat eruit groeit.