Antwoord: Ja, een gezond paard mag gerust nat gras eten. De mythe dat nat gras koliek zou veroorzaken is achterhaald. Wel moet je altijd rekening houden met het fructaangehalte in het gras, zeker bij koude nachten en zonnige ochtenden.
Antwoord:
Een gezond volwassen paard heeft gemiddeld minstens 1,5% van zijn lichaamsgewicht aan droge stof (DS) nodig via ruwvoer - vaak méér, afhankelijk van het seizoen, de arbeid en het type ruwvoer.
📌 Voorbeeldberekening: paard van 500 kg - hooi met 85% droge stof
Minimale DS-behoefte (onderhoud):
500 kg × 1,5% = 7,5 kg droge stof per dagBij hooi met 85% DS betekent dit:
7,5 kg ÷ 0,85 = 8,8 kg hooi as fed per dag (= het hooi zoals het in de ruif ligt)
🔎 In praktijk geef je dan gemiddeld tussen de 9 à 10 kg hooi per dag voor een paard op onderhoud.
⚠️ Afwijkingen:
Bij overgewicht:
De behoefte aan voedingsstoffen blijft bestaan, maar de energie-inname moet omlaag.
👉 Geef mager hooi (schraal, grofstengelig, laag in suiker/energie), maar behoud minstens 1,5% DS.
👉 Je voert dus nog steeds ±9 kg, maar van lagere kwaliteit.Bij ondergewicht:
Verhoog de hoeveelheid naar 1,75–2% DS, afhankelijk van de energiebehoefte.
👉 Bij 2% DS is dat:
500 kg × 2% = 10 kg DS = 10 ÷ 0,85 = 11,8 kg hooi per dag👉 Kies bij voorkeur kwalitatief goed hooi met voldoende energie en eiwit, eventueel aangevuld met lucerne of pulp.
🎯 Samengevat:
Streefgewicht bepaalt de basis, niet de buikomtrek.
Droge stof is de norm, niet het natgewicht.
Kwaliteit telt mee: schraal hooi vraagt meer volume, rijk hooi minder.
💡 Laat je hooi analyseren voor een gerichte aanpak. Alleen dan weet je écht wat je voert.
Antwoord:
Een beetje structuurvezel in de mest is volkomen normaal — een paard is immers geen herkauwer en verteert ruwe celwanden maar gedeeltelijk. Maar wanneer je opvallend veel, lange of grove vezels ziet, kan dat wijzen op:
Gebitsproblemen: onvoldoende kauwen = slechtere mechanische verkleining
Snel eettempo of verstoring: onvoldoende speekselproductie en maalmenging
Verstoorde fermentatie in de dikke darm (darmflora uit balans)
Te hard of stengelrijk hooi dat sowieso minder verteerbaar is
Tip: je kunt zelf een eenvoudige test doen. Zie je lange stengels (>1–2 cm) of scherpe vezeluiteinden? Dan is verder onderzoek of aanpassing van rantsoen, gebitszorg of voermanagement verstandig.
Soms helpt een korte kuur met gistpreparaten of een aanpassing in vezelkwaliteit (bijv. mix van hooi en bietenpulp).
Antwoord: Er zijn uitzonderingen maar meestal niet. Paarden likken zelden genoeg om hun dagelijkse zoutbehoefte (±25–50 g NaCl per dag) te dekken, zeker bij warm weer of inspanning. Beter is om zout bij te voeren, bijvoorbeeld via natriumchloride of elektrolyten.
Antwoord: Ja, al zijn echte voedselallergieën zeldzaam. Intoleranties of overgevoeligheden (bijvoorbeeld voor granen, soja of bepaalde eiwitten of conserveermiddelen) komen vaker voor. De symptomen zijn vaak vaag: jeuk, dunne mest, gasvorming, of gedragsveranderingen.
Antwoord:
Ruwe celstof is een oude, onnauwkeurige schatting van vezel.
NDF (Neutral Detergent Fiber) omvat alle celwanden (structuurvezels) en beïnvloedt de eetlust.
ADF (Acid Detergent Fiber) is het moeilijkst verteerbare deel en bepaalt mee de energie-opname. Hoe hoger de ADF, hoe minder energie.
Antwoord: Biergist (levend of geïnactiveerd) kan gunstig zijn voor de darmflora, zeker bij verteringsproblemen of stress. Het effect hangt wel sterk af van de soort en de dosering. Geen wondermiddel, maar zeker wel zinvol in specifieke situaties.
Antwoord: Tekorten zijn vaak subtiel: doffe vacht, gevoelige hoeven, lage weerstand, spanningen onder het zadel. Een analyse van het rantsoen en bloed- of mestonderzoek kunnen verborgen tekorten aan het licht brengen, hoewel een berekning van al de nutriënten in het rantsoen de enige betrouwbare manier is.
Antwoord: Suiker en zetmeel leveren snelle energie. Maar in te grote hoeveelheden verstoren ze de darmflora en kunnen ze leiden tot stress, maagzweren of hoefbevangenheid. Zeker bij gevoelige of nerveuze paarden is een andere energievorm beter.
Antwoord: Variatie in het ruwvoeraanbod (zoals kruiden of verschillende hooisoorten) is juist gezond. Maar variatie in krachtvoer of supplementen zonder duidelijke reden kan het spijsverteringsstelsel wél belasten. Voer doelgericht, niet op goed gevoel.