Vertrouwen op het “instinct” van het paard is geen vangnet tegen Jacobskruiskruid-vergiftiging. Onderzoek, autopsie-rapporten en veldstudies tonen aan dat zowel vers als gedroogd kruid wél wordt opgenomen en dat de lever onherroepelijk beschadigd raakt.
Zeven hardnekkige stellingen onder de wetenschappelijke loep.
1. Paarden eten nooit vers Jacobskruiskruid
Fabel. In normale omstandigheden mijden de meeste dieren de bittere, frisse plant. Toch zijn er genoeg uitzonderingen gedocumenteerd – bij honger, overbegrazing, jonge of net geïmporteerde dieren. Een recent Tsjechisch casusverslag beschrijft een merrie die vers Senecio ovatus (Schaduwkruiskruid, verwant aan JKK) at en euthanasie vereiste wegens leverfalen.
2. Jacobskruiskruid verliest zijn giftigheid zodra het is gedroogd.
Fabel. De pyrrolizidine-alkaloïden (PA’s) blijven chemisch stabiel in hooi. Daardoor herkennen paarden het minder makkelijk én krijgen ze het ongemerkt binnen. Royal GD benadrukt dat zowel acuut (bij grote dosis) als chronisch (bij kleine, herhaalde dosis) leverfalen optreedt.
3. Kleine beetjes kunnen geen kwaad – het lichaam breekt dat wel af.
Fabel. PA’s worden in de lever omgezet in reactieve pyrrolen die cumulatief weefsel vernietigen; herstel is niet mogelijk zodra littekenweefsel (fibrose) gevormd is. De Europese review van Cortinovis & Caloni toont dat herhaalde inname in de orde van milligrammen per kg lichaamsgewicht al fatale schade kan geven.
4. Paarden herkennen Jacobskruiskruid in hooi niet
Feit. In een BMC-studie met zes warmbloedpaarden kon slechts een derde het JKK consequent uit hooi met 5–10 % contaminatie sorteren; vier dieren bleven het eten en werden om veiligheidsredenen voortijdig uit het experiment gehaald.
5. De bittere smaak beschermt paarden volledig
Fabel. Bitterheid helpt – maar alleen als er voldoende alternatief ruwvoer is. Zodra het rantsoen schaars wordt, wordt de afkeer dwingend minder sterk en kan het paard leren de smaak te negeren. Royal GD waarschuwt expliciet dat instinct geen garantie is.
6. Leverbeschadiging door Jacobskruiskruid zie je pas als het te laat is
Feit. Klinische verschijnselen (vermageren, sloomheid, ataxie, icterus) treden pas op wanneer 70 % of meer van het leverweefsel onherstelbaar beschadigd is. Autopsieën bij universiteiten in België, Duitsland en Frankrijk laten typisch fibrose en galgang-proliferatie zien bij paarden die zonder voorgaande duidelijke symptomen stierven.
7. De bloeiperiode (juni–juli) is het gevaarlijkst; in de winter is er geen risico
Fabel. Bloei maakt de plant wel zichtbaarder, maar verdorde stengels met zaadhoofdjes blijven de hele winter staan. Bovendien kan hooi van eerdere snedes tot ver in het stalseizoen PA’s aanvoeren. Case-reports laten vergiftigingen in alle seizoenen zien.
Conclusie: Fabel – maar met een kern van waarheid.
De uitspraak “paarden eten géén verse Jacobskruiskruid (JKK)” klinkt geruststellend, maar is wetenschappelijk onhoudbaar. Wat onderzoek en veldrapporten laten zien:
Wat zegt de literatuur? | Bevinding |
---|---|
Uitbraak op weiland (UK, 1983) | 5 van 20 paarden overleden aan acute leverfalen; autopsie wees op JKK in het gras, niet in hooi. |
Case-report merrie, Tsjechië 2024 | Vers Senecio ovatus op de weide; PA-metabolieten in bloed + lever bevestigd. |
BEVA-position paper 2024 | “De meeste paarden mijden vers JKK, maar bij beperkte weide/hoge bezetting neemt de kans op consumptie toe.” |
Europese toxicologische review (Cortinovis & Caloni 2015) | Classificeert Senecio-soorten als risico voor paarden in zowel hooi als weide; benadrukt cumulatieve levertoxiciteit. |
Hoe kan het dan toch gebeuren?
Bitterheid is relatief. Honger, overbegrazing, jonge/onervaren dieren of concurrerende kudde-druk kunnen de afkeer doorbreken.
Geleidelijke gewenning. Een paard dat per ongeluk een paar toppen meeneemt zonder acuut ziek te worden en ‘leert’ daardoor dat de smaak niet direct schadelijk is. Het paard zal dus ook bij de volgende keer een hap JKK gewoon doorslikken. .
Detectie-fouten van de weidebeheerder. Verse JKK verdwijnt snel tussen ander groen; veehouders zien het zelden gebeuren, maar leverbiopsieën en autopsieën tonen de schade achteraf.
Samenvatting
Absoluut “nooit” klopt niet: er zijn gedocumenteerde gevallen van vers-JKK-consumptie mét fatale uitkomst.
Meestal vermijden paarden het wel, mits er voldoende smakelijk gras is.
Praktische boodschap: vertrouw niet uitsluitend op instinct. Houd weilanden JKK-vrij, zeker in droge perioden of bij krappe beweiding.
Praktische take-aways
Actie | Waarom? |
---|---|
Weidebeheer vóór bloei (mei–juli) | Jonge rozetten zijn makkelijk uit te steken; voorkomt zaadbank |
Hooi visueel én analytisch controleren | Gedroogde JKK is onaantrekkelijk, maar minder herkenbaar en even toxisch |
Periodieke leverenzym-check | Schade is vroeg in bloed al detecteerbaar, klinisch niet |
Educatie van stalgenoten | Deze ‘Feit of Fabel’ delen voorkomt nonchalante aannames |
Wil je weten of jouw paard risico loopt?
Lorem fistrum por la gloria de mi madre esse jarl aliqua llevame al sircoo. De la pradera ullamco qué dise usteer está la cosa muy malar.