Mycotoxinen, microbiële contaminatie en wat je als eigenaar echt moet weten
Elke paardenhouder weet dat goede voeding de basis vormt van gezondheid, prestaties en welzijn. Maar zelfs wanneer het rantsoen er op papier perfect uitziet, kan er iets sluimeren wat niet in het oog springt: onzichtbare bedreigingen zoals mycotoxinen en microbiële verontreiniging. Deze factoren kunnen het immuunsysteem ondermijnen, spijsverteringsproblemen veroorzaken, en zelfs bijdragen aan hoefbevangenheid of koliek. Tijd om dit complexe maar cruciale onderwerp uit te diepen.
Wat zijn mycotoxinen – en waarom moet je ze serieus nemen?
Mycotoxinen zijn toxische metabolieten die geproduceerd worden door bepaalde schimmels, met name uit de geslachten Aspergillus, Fusarium en Penicillium. Deze schimmels gedijen in warme, vochtige omstandigheden — precies die omstandigheden waarin slecht opgeslagen hooi, granen of bijproducten gemakkelijk kunnen verkeren.
Er zijn honderden soorten mycotoxinen bekend, maar de meest relevante voor paarden zijn onder meer:
-
Aflatoxinen: leverbeschadigend, immunosuppressief
-
Zearalenon: hormonale verstoring, vooral bij merries
-
DON (vomitoxine): verminderde eetlust, darmstoornissen
-
Fumonisinen: potentieel neurotoxisch en schadelijk voor de longen
Zelfs in lage concentraties kunnen mycotoxinen een cumulatief en sluipend effect hebben, zeker bij paarden met een gevoelig spijsverteringsstelsel of een verstoorde darmflora.
Microbiële verontreiniging: meer dan een vieze geur
Naast schimmels kunnen ook bacteriën zoals Clostridium botulinum en Salmonella spp. zich ontwikkelen in slecht opgeslagen voer. Dit verhoogt het risico op ernstige aandoeningen zoals:
-
Botulisme: verlamming, spierzwakte, mogelijk fataal
-
Salmonellose: diarree, sepsis
-
Colitis: ontsteking van de dikke darm met koliek, uitdroging en koorts tot gevolg
-
Endotoxemie: levensbedreigende systemische reactie op bacteriële toxines
Ook schimmelsporen en stofdeeltjes uit beschimmeld hooi kunnen respiratoire klachten veroorzaken, zoals chronisch hoesten of astma. Ademhalingsproblemen bij paarden worden dus niet alleen veroorzaakt door een stoffige stal.
Subtiele symptomen, grote impact
Een besmet rantsoen hoeft niet altijd tot acute symptomen te leiden. Integendeel: veel schade gebeurt langzaam, onzichtbaar en cumulatief. Mogelijke signalen zijn:
-
Verminderde eetlust of selectief eten
-
Onverklaarbaar gewichtsverlies
-
Gedragsveranderingen of verhoogde prikkelbaarheid
-
Terugkerende koliek of diarree
-
Doffe vacht of verminderde hoefkwaliteit
-
Verlaagde prestaties of herstelcapaciteit
Hoe voorkom je besmetting? Preventie is de beste therapie
1. Opslag van ruwvoer: het fundament van hygiëne
-
Houd hooi droog, geventileerd en van de grond (gebruik pallets).
-
Laat ruimte tussen balen voor luchtcirculatie.
-
Controleer op muffe geur, verkleuring of schimmelvorming.
-
Bescherm voordrooghooi tegen licht en lucht — open pas vlak voor gebruik.
-
Gebruik voordroog binnen enkele dagen na opening.
2. Opslag van krachtvoer en granen
-
Bewaar in schone, luchtdichte containers van kunststof of metaal.
-
Plaats ze op een koele, droge en donkere plek.
-
Gebruik het FIFO-principe: wat eerst binnenkomt, moet ook eerst opgevoerd worden.
-
Koop alleen hoeveelheden die binnen 4 tot 6 weken opgebruikt zijn.
3. Reiniging en inspectie
-
Maak voer- en drinkbakken dagelijks schoon.
-
Controleer dagelijks op bederf, vochtplekken of ongedierte.
-
Gebruik eventueel natuurlijke vochtabsorberende middelen (zoals zoutzakjes).
Pelletiseren: veiliger voer?
Gepelletiseerd voer wordt onder hoge temperatuur en druk geproduceerd, wat de microbiële belasting verlaagt. Dit betekent echter niet dat het per definitie beter is. Niet elk paard eet graag brokken en sommige ingrediënten zijn gevoeliger voor verhitting. Bovendien geldt: schoon voer begint bij schone grondstoffen en een correct bewaard eindproduct — ongeacht de vorm.
Gewalste vs. hele haver: is minder bewerkt altijd beter?
Gewalste haver is lichter verteerbaar, maar heeft een kortere houdbaarheid en is gevoeliger voor microbiële groei. Intacte haver is stabieler, rijker aan antioxidanten en vezels, en heeft een lagere glycemische index. De keuze hangt af van de individuele vertering en gevoeligheden van je paard.