Een wetenschappelijke verkenning
De geur van versgebakken kaneelbrood, een dampende mok chocolademelk met kaneel, of warme kaneelappels op een koude winterdag – kaneel roept instant warmte en gezelligheid op. Maar buiten de keuken wordt deze specerij ook al eeuwenlang gebruikt in traditionele geneeskunde. Steeds vaker duikt kaneel nu ook op in de paardenwereld. Sommigen noemen het een natuurlijk wondermiddel tegen insulineresistentie, luchtwegproblemen of spijsverteringsstoornissen. Maar wat zegt de wetenschap écht over het gebruik van kaneel voor paarden?
In dit artikel verkennen we de wetenschappelijke literatuur over kaneel als supplement voor paarden. We bekijken zowel de mogelijke voordelen als de risico’s en bespreken belangrijke aandachtspunten voor gebruik in de praktijk.
Wat is kaneel eigenlijk?
Kaneel wordt gewonnen uit de binnenbast van jonge scheuten van de Cinnamomum-boom, waarvan vooral Ceylonkaneel (Cinnamomum verum) en Cassia (Cinnamomum cassia) gangbaar zijn. De meeste commerciële supplementen bevatten cassiakaneel, dat rijk is aan coumarine, een stof die in hoge doseringen leverschade kan veroorzaken.
Potentiële voordelen: theorie of praktijk?
1. Insulineregulatie en stofwisseling
Kaneel wordt vaak gepromoot als hulpmiddel bij insulineresistentie of Equine Metabolic Syndrome (EMS). Bij mensen en knaagdieren zijn er aanwijzingen dat kaneel de insulinegevoeligheid kan verhogen en bloedsuikerspiegels kan verlagen. Bij paarden is het bewijs echter beperkt en de resultaten zijn wisselend. De weinige beschikbare studies tonen geen eenduidige klinische winst aan.
2. Spijsvertering en maaggezondheid
Vanwege zijn antibacteriële en ontstekingsremmende eigenschappen wordt kaneel ook genoemd als ondersteuning bij maagproblemen, zweren of koliek. Theoretisch kan het een rol spelen bij het onderdrukken van pathogenen, maar er is onvoldoende bewijs dat kaneel dit effectief doet binnen het complexe darmmilieu van het paard.
3. Luchtwegklachten
De veronderstelde ontstekingsremmende werking van kaneel zou ademhalingsproblemen zoals allergieën of infecties kunnen verlichten. Maar opnieuw: het beschikbare bewijs is indirect en niet specifiek voor paarden.
4. Antioxidantwerking
Kaneel bevat polyfenolen met antioxidatieve eigenschappen. Deze kunnen bijdragen aan het neutraliseren van vrije radicalen, maar de biologische beschikbaarheid en effectiviteit bij paarden zijn onbekend.
Risico’s en belangrijke kanttekeningen
Hoewel kaneel vaak als ‘natuurlijk’ en dus veilig wordt beschouwd, zijn er wel degelijk risico’s:
-
Coumarine-inname: Vooral cassiakaneel bevat hoge concentraties coumarine, wat bij langdurig gebruik mogelijk leverschade kan veroorzaken.
-
Dosering: Er is geen vastgestelde veilige of effectieve dosering voor paarden. Experimenteren zonder begeleiding is dus af te raden.
-
Interactie met medicatie: Kaneel kan de werking van bloedverdunners beïnvloeden. Gebruik bij paarden onder medische behandeling moet altijd besproken worden met een dierenarts.
-
Allergische reacties: Hoewel zeldzaam, kunnen paarden allergisch reageren met symptomen zoals huidirritatie of ademhalingsproblemen.
Conclusie: kaneel met verstand
Kaneel is geen wondermiddel, maar ook geen gif – zolang het met de juiste kennis en voorzichtigheid wordt toegepast. Er zijn theoretisch interessante eigenschappen, maar de wetenschappelijke onderbouwing bij paarden is voorlopig beperkt en inconsistent. Gebruik je het toch, zorg dan dat het deel uitmaakt van een goed onderbouwd rantsoen en laat je begeleiden door een professionele voedingsadviseur.
💡 Praktische tip
Wil je supplementen zoals kaneel inzetten voor je paard? Begin niet met ‘iets toevoegen’ zonder de basis te checken. Een onbalans in het rantsoen of verkeerd energiebeheer ligt vaak aan de basis van insulineresistentie, maagproblemen of lusteloosheid. Begin daar.