Het voedingsmanagement van paarden: meer dan wat er in de voerbak ligt

Een gezond paard begint niet bij een zak voer of een supplementenpotje. Het begint bij inzicht. Voedingsmanagement is de stille kracht achter elk succesvol rantsoen. Niet wat je voert, maar hoe je voert maakt vaak het verschil tussen balans en problemen. In deze blog duiken we in de fundamenten van goed voedingsmanagement, met de blik van een onafhankelijke voedingsadviseur — waar kennis primeert boven merken.

Wat verstaan we onder voedingsmanagement?

Voedingsmanagement omvat alles wat een paard in 24 uur binnenkrijgt — van ruwvoer tot water en supplementen — én de manier waarop dat aangeboden wordt. Het gaat dus niet alleen om de inhoud van het rantsoen, maar ook om de context: tijdstippen, verdeling, hoeveelheid en hygiëne.

Veel voorkomende klachten zoals koliek, diarree of maagzweren ontstaan zelden door een fout in de samenstelling van het voer. Ze ontstaan door het management errond:

  • Plots wisselen van hooi of krachtvoer

  • Te snel overgaan van stal naar weide

  • Te lange voerpauzes

Ruwvoer: het fundament

Paarden zijn vezelverwerkers, geen graaneters. Hun spijsvertering is afgestemd op het verwerken van grassen en kruiden, niet op snelle koolhydraten. Kwalitatief ruwvoer is dus geen luxe, maar noodzaak. Het moet:

  • Stofvrij en schimmelvrij zijn

  • Aangenaam ruiken (geen muffe of zure geur)

  • Afgestemd zijn op het energieverbruik van het paard

Hooi dat vochtig of beschimmeld is, moet altijd worden weggegooid. Stofrijk hooi is een bekende trigger voor luchtwegproblemen en allergieën.

Krachtvoer: nodig of overbodig?

Krachtvoer dient ter aanvulling, niet als hoofdvoer. Gebruik het alleen wanneer ruwvoer de energiebehoefte niet dekt — bijvoorbeeld bij sportpaarden, drachtige merries of herstellende dieren. Kies een product dat past bij het individuele paard, en doseer met kennis van zaken. Overvoeren leidt tot overgewicht, verstoorde darmflora en gedragsproblemen.

Supplementen: zinvol als ze doelgericht zijn

Supplementen zijn geen wondermiddelen. Een goed basisrantsoen moet in theorie volstaan. Toch kunnen bepaalde situaties extra ondersteuning vragen: magnesium bij stress, koper en zink voor hoefgezondheid, elektrolyten bij hevig zweten… Laat een analyse uitvoeren en baseer je keuze op tekorten, niet op wat er nu weer ‘hot’ is.

Overdosering of onevenwichtigheid is een reëel risico. Raadpleeg altijd een onafhankelijk voedingsadviseur of dierenarts voordat je supplementen toevoegt.

Water: de vergeten voedingsstof

Een paard drinkt gemiddeld 20 tot 40 liter water per dag. In de winter kan dat dalen door koud water, maar de behoefte blijft. Te weinig water verhoogt het risico op verstoppingskoliek.

Tips:

  • Bied water aan op kamertemperatuur

  • Voeg bij smaakgevoelige paarden een beetje appelsap, pompoenpuree of een appelschijfje toe

  • Zorg hoe dan ook altijd voor onbeperkte toegang tot proper, vers water

Voerfrequentie: hoe vaker hoe beter

De maag van een paard is klein (9–18 liter) en continu actief. In de natuur grazen paarden gemiddeld 16 uur per dag. Grote maaltijden met lange pauzes daartussen zijn onnatuurlijk én schadelijk. Maagsappen en spijsverteringsenzymen worden continu aangemaakt –  ook als er niets te verteren valt.

Laat een paard daarom nooit langer dan 4 uur zonder vezelrijk voer staan. Een lege maag is een letterlijke open deur voor maagzweren. Studies tonen aan dat tot 90% van de sportpaarden tekenen van maagzweren vertoont – vaak zonder duidelijke symptomen.

Timing is alles

Geef geen grote maaltijd vlak voor of na het werk. Maar een lege maag is ook niet goed. Daarom:

  • Voor de training: een kleine portie ruwvoer, helpt maagzuur bufferen.

  • Na de training: wacht tot het paard volledig is afgekoeld. Begin met water en ruwvoer, daarna pas krachtvoer.

Variatie en sappigheid

Geen gras in de winter? Voeg dan sappige groenten of fruit toe: wortels, appels, pastinaak, selder. Dit ondersteunt de darmwerking en zorgt voor mentale afwisseling bij stalpaarden.

Mondgezondheid = voedingsgezondheid

Kauwen is essentieel voor vertering. Elk paard moet minstens jaarlijks gebitscontrole krijgen — en jongere of oudere paarden zelfs vaker. Slecht kauwen leidt tot vermagering, koliek en gedragsveranderingen.

Volgens dierenarts Tomas Teskey is er bovendien een biomechanisch verband tussen gebitsproblemen, asymmetrische hoeven en scheef lopen. Zijn boek Insight to Equus biedt daarover diepgaande inzichten.

Hygiëne is geen detail

Maak voerbakken, scheppen en emmers regelmatig schoon. Resten van oud, geoxideerd of beschimmeld voer kunnen ziekten veroorzaken. Voedselhygiëne is een basisvoorwaarde voor een gezonde darmflora.

Parasietenmanagement hoort erbij

Een goed rantsoen werkt alleen als het opgenomen kan worden. Parasieten verstoren dat proces. Routine-ontworming verhoogt resistentie, behandelt niet gericht en mist soms de juiste parasiet.

Beter: 3 à 4 keer per jaar een mestonderzoek (zoals Wormiscope van UGent). Het kost nog geen 20 euro, en je weet exact wat je paard nodig heeft — of net niet.

Tot slot

Goed voedingsmanagement is geen trucje. Het is een denkwijze. Een manier van kijken naar voeding als levende interactie tussen paard, omgeving en zorgverlener. Niet de inhoud van de voerzak telt, maar wat het doet in het lichaam van het paard.

Elke handeling rond voeding heeft impact — positief of negatief. Door de basisprincipes correct toe te passen, voorkom je problemen voor ze ontstaan. En dat is uiteindelijk waar het om draait: gezonde paarden, duurzame voeding en geïnformeerde keuzes.

Meer weten over het voedingsmanagement van jouw paard?

Boek een intake of laat een rantsoenanalyse uitvoeren
Share This :
error: De inhoud van deze website is beschermd!