De wetenschap achter een warme vacht, koude hoeven en weloverwogen management
De winterperiode roept elk jaar opnieuw vragen op bij paardeneigenaars. Moet mijn paard een deken aan? Mag het nog naar buiten als het vriest? Heeft het meer krachtvoer nodig? En hoe zit het met drinkwater als het ijsvorming vertoont?
Veel van deze vragen komen voort uit menselijke projectie. We vergeten al te vaak dat een paard géén mens is — en zelfs geen hond of kat. Het paard is een kuddedier dat van nature in staat is om zich aan te passen aan barre weersomstandigheden, op voorwaarde dat zijn basisbehoeften correct worden ingevuld.
Thermoregulatie: een natuurlijk talent
Paarden zijn veel beter bestand tegen kou dan tegen hitte. Een gezonde volwassen paard in wintervacht kan temperaturen tot -15°C zonder probleem aan. De wintervacht vormt een natuurlijke isolatielaag, waarbij de opstaande haren warme lucht vasthouden dicht tegen de huid.
Wat dit mechanisme ondermijnt? Wind, regen, modder én dekens. Want een natte of platgedrukte vacht verliest zijn isolerende werking.
Daarom zijn droog blijven en beschutting kunnen opzoeken belangrijker dan de temperatuur op zich. Zorg voor een schuilhok of natuurlijke windbrekers (hagen, bomen) en vermijd bedekking tenzij strikt noodzakelijk — bijvoorbeeld bij oudere of zieke paarden, of bij geschoren dieren.
Ruwvoer = warmte
Warm blijven kost energie. En die energie haalt een paard in de winter in de eerste plaats uit… vezels.
Bij de vertering van ruwvoer (zoals hooi) komt warmte vrij — een proces dat thermogene verbranding heet. Dit is de reden waarom paarden in de winter baat hebben bij meer ruwvoer, niet noodzakelijk meer krachtvoer.
Een paard produceert zijn eigen centrale verwarming in de dikke darm, met vezels als brandstof en bacteriën als stoker. Voldoende kwalitatief hooi is dus geen luxe, maar een fysiologische noodzaak.
Pro tip: kleine porties zijn goed, maar ad libitum is beter
Voer liever vaker kleine porties dan twee keer per dag grote hoeveelheden. Zo blijft de darmactiviteit (en dus de warmteproductie) beter op peil. Nog beter is om ruwvoer ad libitum (naar believen) te verstrekken, zodat het paard continu kan beschikken over vezelrijk voedsel — zoals de natuur het bedoeld heeft.
Dat geldt óók voor paarden met overgewicht. Winterhooi is doorgaans vezelrijker en energiearmer dan voorjaars- of zomerhooi, en je kunt het verder ‘verarmen’ door het deels te mengen met schoon stro. Zo geef je je paard het verzadigde gevoel en de thermogene ondersteuning die het nodig heeft, zonder dat je de energiebalans uit het oog verliest.
Drinkwater: het vergeten element
Een veelvoorkomend probleem in de winter is subklinische uitdroging. Paarden hebben in de winter net zo veel water nodig als in de zomer. Alleen, ze drinken vaak minder zodra het water kouder wordt, en sommige paarden stoppen (bijna) volledig met drinken als de temperatuur onder de 15°C zakt. Bevroren of ijskoud water is niet alleen onaantrekkelijk — het kan ook pijnlijk zijn voor gevoelige tanden.
Toch blijft voldoende vochtopname noodzakelijk. Een paard van 500 kg heeft gemiddeld 25 tot 40 liter water per dag nodig, zelfs bij koud weer. Te weinig drinken verhoogt het risico op verstoppingskoliek, vooral in combinatie met een droger dieet (zoals hooi zonder gras).
Zorg dus voor:
-
Dagelijkse controle op bevriezing of vuil
-
Water dat niet kouder is dan 10-15°C indien mogelijk
-
Verwarmde drinksystemen of emmers bij gevoelige drinkers
-
Extra nat voer of slobber als aanvulling
-
Eventueel een beetje zout of elektrolyten om het dorstgevoel te stimuleren
Beweging en buitenlucht
Beweging bevordert niet alleen de doorbloeding en de spijsvertering, maar ook het algehele welzijn. Laat paarden bij voorkeur dagelijks buiten, ook bij koude temperaturen – zolang de ondergrond veilig is.
Bevroren modder, gladde beton of ijs kunnen tot uitglijden en blessures leiden. Denk dus aan antislipvoorzieningen op het erf en een goede hoefverzorging.
Paarden die ‘s winters amper buiten komen, tonen vaker stijfheid, gedragsproblemen en spijsverteringsklachten. Buitenlucht en beweging zijn geen luxe. Het is net zo essentieel als voer en water.
Vachtverzorging: borstelen met beleid
De wintervacht is functioneel. Overmatig borstelen kan de vetlaag op de huid aantasten, wat de isolatiecapaciteit vermindert.
Laat je paard gerust ‘vuil’ zijn. Klitten en modder kunnen hinderlijk zijn, maar vermijd het agressief weghalen van de natuurlijke beschermlaag, tenzij het écht nodig is (bijvoorbeeld bij schuurplekken of onder een zadel).
Gebruik zachte borstels en beperk wassen tot het hoogst noodzakelijke. Als je paard echt moet worden gewassen, zorg dan voor een warme, tochtvrije ruimte en een degelijke droogtijd.
Supplementen: een winterboost?
Niet elk paard heeft supplementen nodig in de winter, maar in bepaalde gevallen kunnen extra’s aangewezen zijn:
-
Omega 3-vetzuren (zoals lijnzaadolie): ondersteunen huid en vacht
-
Vitamine E en selenium: bij paarden op hooi en zonder toegang tot vers gras
-
Probiotica/prebiotica: bij verstoorde darmflora door voerveranderingen
Laat je adviseren op basis van de individuele behoefte en niet op basis van het seizoen alleen. Supplementen zijn geen seizoensmode.
Samengevat: wintermanagement is kennis + gezond verstand
Een paard is perfect uitgerust om de winter te doorstaan, zolang we niet vanuit ons eigen menselijke comfort denken. Warm blijven doe je als paard van binnenuit: via ruwvoer, beweging en een beschermende vacht. Wat jij als eigenaar kunt doen, is dat natuurlijke systeem ondersteunen met doordacht management, niet vervangen door overbescherming.