de stilte na het applaus

De arena’s zijn afgebroken. De medailles zijn uitgereikt. De paarden zijn terug naar huis. De camera’s staan uit. En ineens is het stil. Maar in die stilte klinkt iets door.

Niet het applaus. Maar twijfel. Ongemak.

De vraag of we als sector wel durven zien wat de rest van de wereld al langer zag.

Want de Olympische Spelen in Parijs lieten veel zien. Mooie sport, zeker. Maar ook het ongemak dat blijft hangen wanneer je voelt: we zitten aan een grens.

Wat er gebeurde

Nog vóór de Spelen begonnen, haalde één van de meest gerespecteerde namen in de dressuursport de wereldpers.
Charlotte Dujardin – meervoudig Olympisch medaillewinnares.
Dujardin trok zich terug uit deelname aan de Spelen en werd voorlopig geschorst. De reden: het herhaaldelijk slaan van een paard met een zweep tijdens een trainingssessie. Het incident werd gefilmd, de beelden gingen de wereld rond.

En toen bleef het niet stil.

Ook de Oostenrijkse springruiter Max Kühner werd aangeklaagd, in Duitsland, voor vermeende mishandeling van zijn paard – specifiek het gebruik van de verboden ‘barreren’-techniek. Hoewel Kühner de beschuldigingen ontkent en het onderzoek nog loopt, groeide het ongemak: Zijn dit echt uitzonderingen? Of het topje van een veel grotere ijsberg?

De sport op scherp

Deze Spelen hadden een lakmoesproef moeten zijn. Niet alleen voor de ruiters, maar voor het systeem erachter. Voor juryleden die harmonie belonen terwijl de pijn , het ongemak en de  spanning van het paard zichtbaar is.
Voor bonden die zich liever stilhouden dan positie innemen.
Voor toeschouwers die steeds vaker afhaken, niet uit onverschilligheid, maar uit verontwaardiging.

En dan komt de vraag:
Wat leren we hieruit?

Of beter: leren we hier überhaupt iets uit?

Het paard als grens

We kunnen blijven herhalen dat het ‘maar een momentopname was’. Dat het uitzonderingen zijn. Dat het de druk is, de prestatie, de emotie.
Maar het paard voelt geen context. Het paard ervaart alleen wat er is.

Wat we vandaag toestaan, wordt morgen normaal. Wat we morgen normaliseren, wordt overmorgen niet meer herkend als problematisch. Tot iemand van buiten de bubbel zegt: “Maar dit kan toch niet?”

Zoals ze in Tokio zeiden. Zoals ze nu opnieuw zeiden. En zoals we ze eigenlijk al jaren horen zeggen – als we tenminste echt luisteren.

Wat nu?

Wat mij betreft is de vraag na Parijs niet: “Wie deed wat fout?”
Maar: “Wat laat de sector toe — stilzwijgend,  (sarcasme modus aan) goedbedoeld (sarcasme modus uit)) of uit gewoonte — dat eigenlijk al lang niet meer door de beugel kan?”

We kunnen dit moment gebruiken.

  • Om jurycriteria te herzien.
  • Om welzijnsrichtlijnen af te dwingen.
  • Om ethiek op te nemen in de opleiding van trainers en ruiters.
  • Om het publiek serieus te nemen in plaats van af te schilderen als ‘onwetend’.

En vooral: om het paard weer centraal te zetten. Niet op het podium. Maar in de besluitvorming. In de beoordeling. In het gesprek. Overal. Altijd.

Want de sport is pas waardig als ze het paard waardig behandelt.

De lichten zijn uit, het publiek naar huis. Maar wat blijft, is de spiegel. En wie daarin durft kijken, ziet: de echte winst begint pas nu.

Picture of Ik ben mira

Ik ben mira

Ik ben die vrouw die voortdurend haar bril kwijt is, haar sleutels vergeet, haar telefoon nooit terugvindt. Maar mijn mening? Die heb ik altijd klaar.

Half wolf, half vrouw - letterlijk op m’n Facebook profielfoto, figuurlijk in alles wat ik doe. Ik ben iemand van uitersten. Intuïtief en scherpzinnig. Rust en storm. Stilte en stem. Zacht voor wat kwetsbaar is. Hard voor wat bewust beschadigt. Ik ben geen perfecte versie van mezelf. Wel een eerlijke.

Ik werk met mensen, systemen, voeding, chaos en visie. Soms ook met paarden, vaak met principes. Ik geloof in waarheid boven diplomatie, en in nuance zonder wolligheid.

Hier deel ik wat me bezighoudt. Wat schuurt, wat ontroert, wat klopt. Welkom in mijn hoofd. Het is er een beetje wild — maar altijd echt.
#meerdanvoeding #MIRA

Share This :