Voeding die werkt, precies waar het telt
In de paardensport draait het niet alleen om kracht, snelheid of elegantie. Prestaties beginnen bij een gezond energiemetabolisme. Achter elke goed uitgevoerde oefening of sprong zit een slim gevoed lichaam — een lichaam dat weet hoe het energie uit voeding omzet in prestaties. Want een paard dat structureel onderpresteert, heeft niet altijd meer krachtvoer nodig. Soms heeft het vooral een beter afgestemd voedingsplan voor sportpaarden nodig.
De biochemie van energie: een kwestie van efficiëntie
Het energiemetabolisme is het geheel van processen waarmee een paard voedingsstoffen omzet in bruikbare energie. Dat proces start bij de inname van voedsel, dat koolhydraten, vetten en eiwitten levert. Tijdens de vertering worden deze macronutriënten afgebroken tot eenvoudiger opneembare moleculen zoals glucose, vetzuren en aminozuren, die via de bloedbaan naar de cellen worden getransporteerd.
Daar aangekomen ondergaan deze stoffen een biochemisch proces dat bekendstaat als celademhaling. In deze reeks reacties, die voornamelijk plaatsvinden in de mitochondriën – de energiecentrales van de cel – worden glucose en vetzuren omgezet in ATP (adenosinetrifosfaat): de directe energiebron die nodig is voor vrijwel alle lichaamsfuncties.
💡 Wat is celademhaling?
Celademhaling is het proces waarbij cellen glucose (en vetzuren) in aanwezigheid van zuurstof omzetten in ATP. Deze energie wordt gebruikt voor spiercontractie, temperatuurregeling, zenuwgeleiding, herstel en alle andere essentiële processen in het lichaam van het paard. Zonder efficiënte ATP-productie stagneert het functioneren – hoe goed het rantsoen ook lijkt.
Twee energiesystemen: wanneer schakelt je paard?
Afhankelijk van de aard en intensiteit van de arbeid schakelt het paard tussen twee hoofdmechanismen voor energieproductie:
-
Aëroob systeem: gebruikt zuurstof om vetzuren en glucose om te zetten in ATP. Dit systeem is traag maar uiterst efficiënt, ideaal voor langdurige inspanningen van lage tot matige intensiteit zoals dressuur, endurance of trainingen met lange opbouw.
-
Anaëroob systeem: wordt aangesproken bij intensieve, explosieve prestaties waarbij zuurstoftekort ontstaat. Hierbij wordt snel ATP geproduceerd uit glucose, maar ontstaat ook melkzuur. Dat melkzuur kan zich opstapelen in de spieren, met verzuring en vermoeidheid tot gevolg – iets wat je vaak ziet na springen of racen.
Een getraind sportpaard wisselt soepel tussen beide systemen. Goede voeding ondersteunt die flexibiliteit – slechte voeding belemmert ze.
Energie komt niet alleen uit krachtvoer
Energie is geen synoniem voor suikers. En zeker niet voor snelle suikers. Energie voor een paard komt uit een doordacht voedingsplan. De herkomst, timing en balans van energiebronnen bepalen of een paard écht optimaal presteert. Hieronder de drie belangrijkste energiebronnen in de voeding:
Koolhydraten
Koolhydraten leveren snelle energie, voornamelijk via het anaërobe systeem. Ze zijn nuttig voor piekprestaties, maar te veel of verkeerd getimede koolhydraten zorgen voor insulinepieken, darmstress en verzuring. Doseringscontrole en bronkeuze zijn cruciaal – haver is iets anders dan maïsgluten of melasse.
Vetten
Vetten zijn dé energiebron voor het aërobe systeem. Ze leveren langdurige, gelijkmatige energie zonder bloedsuikerschommelingen. Onverzadigde vetzuren (zoals omega 3) ondersteunen bovendien herstel, ontstekingsremming en spierstofwisseling. Denk aan lijnzaad, chia of specifieke oliecombinaties.
Eiwitten
Eiwitten worden zelden als energiebron ingezet, behalve bij tekorten elders. Ze zijn vooral nodig als bouwstenen: voor spieren, enzymen, weefsels en herstel. Een tekort belemmert spieropbouw; een overschot belast lever en nieren. Kwaliteit (aminozuurprofiel) telt meer dan kwantiteit.
Microvoeding: het onzichtbare verschil
Een tekort aan ijzer, koper, selenium of B-vitamines merk je niet meteen aan het rantsoen, maar wél aan het paard. Verminderde zuurstoftransport, trager spierherstel, instabiele prestaties – allemaal tekenen van een microtekort in het energiemetabolisme. Denk dus niet alleen in kilo’s, maar ook in milligrammen.
Timing is alles: voer voor, tijdens en na arbeid
Doelgericht voeren betekent ook slim voeren. Een paard dat nuchter traint op vetverbranding, vraagt een andere aanpak in voeding en timing dan een springpaard dat explosieve kracht nodig heeft. En herstel begint niet ná, maar al tijdens de arbeid. Houd daarom rekening met:
- Energieverdeling tussen rust- en trainingsdagen
- Maaltijdmomenten vóór en ná arbeid
- Water en elektrolyten na de inspanning en bij zweten
- Voeding die het herstel ondersteunt
Tot slot: slim voeren is geen kunstje, maar kunde
Doelgericht voeren is niet hetzelfde als veel voeren. Het gaat over inzicht in het paard, kennis van de fysiologie en voeling met de arbeid die geleverd wordt. Want zelfs een paard met ‘voldoende energie’ kan onderpresteren als de verbranding niet klopt.
Bij Equi Nutri Care analyseren we niet alleen wat een paard krijgt, maar vooral wat het ermee doet. Geen commercieel duwtje richting een bepaald product, maar eerlijk advies dat werkt – voor paarden die het waard zijn.