...

Mineralen in het dieet van uw paard: een zorgvuldige evenwichtsoefening

Gezondheid,Mineralen,Supplementen,Uncategorized,Voedingmanagement,Voedingsstoffen,Wetenschap,Ziektes en aandoeningen,Zorg en management

Inzicht in de wisselwerking tussen mineralen

Paarden hebben, net als alle levende wezens, een uitgebalanceerde inname van essentiële mineralen nodig voor een optimale gezondheid en prestaties. Hoewel elk mineraal specifieke functies in het lichaam vervult, mogen we niet uit het oog verliezen dat wisselwerking tussen mineralen een aanzienlijke invloed kan hebben op de opname, het gebruik en de algehele effectiviteit ervan.
In dit artikel verdiepen we ons in de ingewikkelde wereld van mineraalinteracties bij paarden, waarbij inzichten worden geput uit wetenschappelijk onderzoek en publicaties.

Het belang van mineralen

Mineralen zijn onontbeerlijk voor verschillende fysiologische functies bij paarden, waaronder de ontwikkeling van het skelet, spiercontractie, zenuwoverdracht en een goede vochtbalans. Ze kunnen grofweg worden gecategoriseerd als macromineralen (vereist in grotere hoeveelheden) en micromineralen of sporenelementen (vereist in kleinere hoeveelheden), die elk een specifieke rol in het lichaam vervullen. Calcium, fosfor, magnesium, natrium en kalium zijn enkele van die macromineralen terwijl zink, koper, selenium en ijzer voorbeelden van essentiële sporenmineralen zijn.

Mineralen worden in natuurlijk uitgebalanceerde hoeveelheden aangetroffen in kwaliteitsgras en ruwvoeders. De hoeveelheden waarin ze voorkomen zijn afhankelijk van verschillende factoren zoals grond- en plantensoort.
Commerciële voeders van betrouwbare producenten worden ook in de juiste verhouding verrijkt met mineralen om eventuele tekorten aan te vullen. Een zorgvuldig weidemanagement en een overwogen selectie van voeders zorgt voor een evenwichtige verhouding in het dieet en voorziet het paard van de dagelijkse aanbevolen hoeveelheid van deze voedingsstoffen.


De verleiding om de voeding van een paard aan te vullen met extra mineralen is groot en komt voort uit de wens om de gezondheid en prestaties te verbeteren. Toch moet dit met de nodige voorzichtigheid gebeuren. Willekeurige suppletie kan zijn en mogelijk leiden tot onevenwichtigheden en toxiciteit. Het delicate samenspel tussen verschillende mineralen betekent dat een teveel aan één de opname of functie van een ander kan belemmeren, waardoor de fijn afgestemde homeostase van het paard wordt verstoord. Daarom moet elke toevoeging van mineralen gebaseerd zijn op een zorgvuldige beoordeling van de specifieke behoeften van het paard, vaak bepaald door voeranalyse en veterinair overleg, in plaats van op een algemene aanpak die meer kwaad dan goed zou kunnen doen.

Minerale interacties

De opname, het gebruik en de afgifte van mineralen worden beïnvloed door de aanwezigheid – of afwezigheid – van andere mineralen in de voeding. De calcium-fosforbalans is bijvoorbeeld van belang voor de ontwikkeling van het skelet en de algehele gezondheid. Een onbalans in deze verhouding kan leiden tot de ontwikkeling van orthopedische stoornissen bij jonge paarden of skeletproblemen bij volwassen paarden. Bovendien is de interactie tussen koper en zink, evenals tussen ijzer en koper, een onderwerp geweest van veel wetenschappelijk onderzoek vanwege hun impact op de vachtkwaliteit, de immuunfunctie en meer.

Factoren die de biologische beschikbaarheid van mineralen beïnvloeden

De biologische beschikbaarheid van mineralen in het paardendieet wordt beïnvloed door verschillende factoren, zoals de vorm van het mineraal, de wisselwerking ervan met andere voedingscomponenten en de algehele gezondheid van het paard. Onderzoek heeft aangetoond dat de aanwezigheid van bepaalde voedingscomponenten, zoals fytinezuur (fytaat) en oxaalzuur (oxalaat) de opname van mineralen zoals calcium, fosfor en magnesium kan belemmeren. Oxalaten, aanwezig in weides, kunnen een atoombinding vormen met metalen in het lichaam – waaronder magnesium en calcium – waardoor deze niet meer biobeschikbaar zijn. Phytaten komt voor in alle plantenzaden – vooral in granen – en binden zowel calcium, fosfaat als magnesium, waardoor de biobeschikbaarheid afneemt. Daarnaast kan de leeftijd van het paard, de pH van het maagdarmkanaal en de aanwezigheid van specifieke enzymen de opname en het gebruik van mineralen bij paarden beïnvloeden. 12

In de volgende paragrafen onderzoeken we specifieke mineraalinteracties en hun implicaties voor de gezondheid van paarden. Door het ingewikkelde web van de wisselwerking tussen mineralen te begrijpen, kunnen paardeneigenaren, verzorgers, trainers en dierenartsen weloverwogen beslissingen nemen om het welzijn en de prestaties van onze prachtige dieren te ondersteunen.

Onderlinge wisselwerking tussen mineralen

Calcium en fosfor: een delicaat evenwicht

De relatie tussen de macromineralen calcium en fosfor is van het allergrootste belang in de paardenvoeding. Deze mineralen zijn het meest aanwezig en essentieel voor de ontwikkeling van het skelet, de spierfunctie en verschillende stofwisselingsprocessen in het lichaam van het paard.
De ideale calcium-fosforverhouding in de voeding van een paard is ongeveer 1,5:1 tot 2:1. Met andere woorden, met iedere 1,5 tot 2 gram calcium die het paard opneemt, moet ook 1 gram fosfor voorzien worden. De verhouding calcium – fosfor mag in geen geval lager zijn dan 1:1.3
Een hogere calcium verhouding kan tot een veronderstelde ratio van 6:1 onder de voorwaarde dat het paard de minimale dagelijkse aanbevolen hoeveelheid aan fosfor opneemt én dat deze hoeveelheid in verhouding staat met x:1.4 Te sterke afwijkingen van deze verhouding kunnen aanzienlijke gevolgen hebben voor de gezondheid van de botten en de algemene gezondheid.

Wetenschappelijke studies hebben aangetoond dat een onbalans in de calcium-fosforverhouding kan leiden tot orthopedische ontwikkelingsstoornissen bij jonge paarden, waaronder aandoeningen zoals osteochondrose, spiertrillingen en misvormingen van de ledematen. Bij volwassen paarden kan een ontoereikende verhouding bijdragen aan problemen zoals een verminderde botdichtheid en een verhoogde vatbaarheid voor fracturen.5 Een van de meeste opvallende gevolgen van een verstoorde balans is het zogenaamde ‘Big Head Disease’ wetenschappelijk bekend als (secundaire) hypoparathyroidie dat gekenmerkt wordt door onder andere een vergroot hoofd, ataxie en kreupelheid.

De synergetische relatie tussen koper en zink

Koper en zink zijn essentiële sporenmineralen die synergetisch samenwerken om verschillende fysiologische functies bij paarden te ondersteunen. Beide mineralen zijn betrokken bij de vorming van bindweefsel, de immuunfunctie en het behoud van de vacht- en hoefkwaliteit. Onderzoek wijst uit dat een onbalans in de koper-zinkverhouding deze vitale processen kan verstoren, wat kan leiden tot problemen zoals een verminderde immuunrespons, slechte hoefkwaliteit en huid- en vachtafwijkingen. Bovendien strekt de interactie tussen koper en zink zich uit tot hun opname en gebruik in het lichaam omdat beide mineralen met elkaar strijden voor opname. De aanbevolen ratio is 1:3. Dus als uw paard 3 mg zink opneemt, moet de hoeveelheid koper idealiter 1 mg zijn. De aanbevolen hoeveelheid koper is afhankelijk van het individuele paard.
Studies hebben aangetoond dat overmatige suppletie van het ene mineraal de opname van het andere mineraal verstoort.

Paarden kunnen een laag kopergehalte hebben omdat hun dieet een hoog gehalte aan zink of ijzer bevat. Overmatige inname van zink of ijzer verstoort de opname van koper uit de darmen. Het koper- en zinkgehalte moeten zorgvuldig met elkaar in evenwicht worden gebracht om een goede opname van beide mineralen uit het spijsverteringskanaal te garanderen. Een van de meest duidelijke tekenen van een mogelijk kopertekort is een verandering van de vacht. Die kan er dof, gekruld of verkleurd uitzien. Meestal met een roodachtige tint.

Paarden die voldoende koper en zink krijgen, hebben overigens minder kans op witte lijnziekte (WLD) en een verminderd risico op loslaten van de hoefwand.6

Hiermee wordt het belang onderstreept van het handhaven van een passend evenwicht tussen deze twee essentiële voedingsstoffen in het paardendieet.7

Andere spelers om rekening mee te houden

IJzer en de impact ervan op andere mineralen

Hoewel ijzer noodzakelijk is voor verschillende fysiologische processen, is een teveel aan ijzer uit de voeding of water schadelijk voor uw paard. Hoge niveaus van ijzer uit de voeding zijn in verband gebracht met een verminderde opname van koper en zink, wat mogelijk kan leiden tot onevenwichtigheden in deze belangrijke sporenmineralen. Bovendien is een overmatige ijzerinname in verband gebracht met oxidatieve stress en ontstekingsaandoeningen en een verminderde werking van het immuunsysteem door de extra belasting op antioxidanten.((Walker, E., Walker, S. 2000, Effects of Iron Overload on the Immune System. Ann Clin Lab Sci)) Een overschot aan ijzer wordt ook gelinkt aan insuline resistentie8 al is de precieze relatie tussen die twee nog niet helemaal duidelijk.910 en laminitis maar ook aan pituitary pars intermedia dysfunction (PPID)11 problemen met de lever en allergieën.

Veulens worden geboren met voldoende reserve aan ijzer die in hun lever is opgeslagen, om de tijd dat ze volledig van moedermelk afhankelijk zijn door te komen. Zodra de veulens gaan grazen worden de reserves terug aangevuld12. Doordat de meeste voeding voldoende ijzer bevat, is de kans op deficiënties bij gezonde paarden klein.
Tekorten kunnen optreden na hevig bloedverlies of door zware parasitaire infecties, longbloeding bij zware inspanningen of maagbloeding. Tekorten uiten zich voornamelijk als bloedarmoede.

Koper, zink en ijzer beïnvloeden elkaars biologische beschikbaarheid doordat competitie optreedt bij de opname door het lichaam.

Overigens wordt ijzer door het lichaam een soort van gerecycleerd, waardoor er weinig verlies van ijzer is. Het risico op een overschot aan ijzer is dus veel groter dan de kans op een tekort. Overschot aan ijzer kan levensbedreigend zijn.

Magnesium: evenwichtsoefening voor de werking van het zenuwstelsel

Magnesium speelt een cruciale rol in het paardenlichaam en vooral bij zenuwprikkels, de spierfunctie en het energiemetabolisme bij paarden. Het is essentieel voor het behoud van de normale spier- en zenuwfunctie, waardoor het een belangrijk mineraal is voor zowel sportpaarden als vrijetijdspaarden. De kans op overdosering van magnesium is klein omdat overtollig magnesium door de urine wordt uitgescheiden.
Toch is het belangrijk om magnesium niet lichtzinnig toe te dienen. Paarden met nierproblemen kunnen mogelijk het teveel aan magnesium niet afvoeren waardoor magnesium zich in het bloed opstapelt. Daarom is het raadzaam om paarden met nierproblemen enkel onder toezicht van een dierenarts of gekwalificeerd paardenvoedingsadviseur magnesium toe te dienen.
Magnesiumsulfaat kan in hoge mate door het paard geabsorbeerd worden waardoor het vergiftiging kan veroorzaken.13 Een andere eigenschap is dat het ernstige diarree kan veroorzaken. Magnesiumsulfaat moet daarom met de nodige voorzichtigheid en bij voorkeur onder toezicht van een dierenarts toegediend worden.
De interactie tussen magnesium en andere mineralen, vooral calcium, onderstreept echter het delicate evenwicht dat nodig is voor een optimale fysiologische functie. In de spieren werken calcium en magnesium antagonistisch, waarbij calcium spiercontractie veroorzaakt en magnesium voor de ontspanning zorgt. Bij een tekort aan magnesium kunnen de spieren verkrampen.
Een te hoge calciumverhouding veroorzaakt ook prikkelbaarheid, spiertrekkingen, spasmen en overgevoeligheid. Dat wordt verholpen door suppletie met magnesium. Maar het meest effectieve is om het dieet zodanig aan te passen dat de calciuminname wordt verlaagd.

Een tekort aan magnesium wordt in verband gebracht met verhoogde prikkelbaarheid en nervositeit bij paarden, wat het belang benadrukt van het handhaven van een passende magnesiumstatus in de voeding van paarden. Toch is het belangrijk te benadrukken dat magnesium geen kalmeringsmiddel is.

De ideale verhouding van deze twee mineralen in het dieet is 2:1 calcium tot magnesium. Paarden die gevoelig zijn voor spierkrampen, kreupelheid en laminitis hebben meestal voordeel bij een lagere verhouding van 1,5:1 tot maximaal 2:1 calcium tot magnesium.

Selenium: een sporenmineraal met vitale consequenties

Selenium is een sporenmineraal met een essentiële rol bij de antioxidatieve mechanismes, de immuunfunctie en het metabolisme van schildklierhormonen bij paarden. Hoewel selenium noodzakelijk is voor verschillende fysiologische processen, kan overmatige inname leiden tot toxiciteit, wat aanzienlijke gezondheidsrisico’s voor paarden met zich meebrengt. Bovendien benadrukt de interactie tussen selenium en andere mineralen, zoals vitamine E, de noodzaak van een evenwichtige benadering van suppletie. Wetenschappelijke literatuur heeft de ingewikkelde relatie tussen selenium en vitamine E gedocumenteerd bij het bestrijden van oxidatieve stress en het ondersteunen van de spierfunctie.14.

Paarden hebben sporen van selenium in hun dieet nodig om aan de voedingsbehoeften te voldoen. Het voeren van slechts 1 mg per dag is voldoende om tekorten te voorkomen, en het maximaal aanvaardbare innameniveau is 20 mg per dag. Meer voeren dan deze hoeveelheid kan nadelige gevolgen hebben. Een dagelijkse inname van meer dan 4 à 5 mg/100 kg LG selenium kan leiden tot chronische toxiciteitsverschijnselen.15

Chronische overdosering van selenium, treedt op wanneer paarden gedurende een langere periode overtollig selenium uit voer, ruwvoer en supplementen consumeren. Het kenmerkt zich door haaruitval van manen en staart, scheuren in de hoeven, tekenen van kreupelheid, overmatige speekselproductie en uitvallen van het ademhalingsstelsel.16 In uiterst zeldzame gevallen kan seleniumvergiftiging het gevolg zijn van een acute overdosis. Het risico op seleniumvergiftiging is groter bij het toedienen van anorganische bronnen.

Kalium: elektrolytenbalans en spierfunctie

Meer dan negentig percent van het kaliumgehalte bevindt zich in de cellen van het lichaam. Kalium is een belangrijke elektrolyt die een rol speelt bij het handhaven van de vochtbalans, de zenuwfunctie en de spiersamentrekkingen bij paarden. Samen met natrium en chloride draagt kalium bij aan het ingewikkelde evenwicht van elektrolyten dat essentieel is voor een goede hydratatie en spierfunctie. Een onbalans in de kaliumspiegels kan levensbedreigend zijn.

Een te hoge kaliumconcentratie in de bloedbaan veroorzaakt hyperkaliëmie gekenmerkt door spierzwakte, maar ook zweren in het gastro-intestinaal stelsel en een verminderde hartspieractiviteit zijn mogelijke symptomen.

Met name Quarter Horses, American Paints, Appaloosas en Quarter kruisingen lopen risico op Hyperkalemic periodic paralysis (HYPP) een spierziekte veroorzaakt door een genetische mutatie die het natriumionkanaal verstoort en resulteert in een overmatige hoeveelheid kalium in het bloed (hyperkaliëmie).17 Bij getroffen paarden treden onvoorspelbare aanvallen van spiertrillingen of verlamming op. In ernstige gevallen kan dit leiden tot bewustzijnsverlies en zelfs tot de dood.

Kalium wordt uitgescheiden via de urine en in mindere mate via de mest en door zweten. Een tekort aan kalium wordt hypokaliëmie genoemd. Symptomen van hypokaliëmie kunnen mild en niet-specifiek zijn, waaronder spierzwakte en verminderde maag-darmmotiliteit. Ernstige hypokaliëmie kan leiden tot verminderde ademhalingsfunctie en hartafwijkingen.18 Meer dan vijftig procent van de paarden heeft hypokaliëmie na een koliekoperatie19

Ter conclusie

Mineralen in de paardenvoeding is een veelzijdig en dynamisch aspect van paardenvoeding. Van het delicate evenwicht tussen calcium en fosfor tot de synergetische relatie tussen koper en zink: elke mineraalinteractie speelt een cruciale rol bij het vormgeven van de gezondheid en prestaties van paarden. Zoals we in dit artikel hebben onderzocht, worden de biologische beschikbaarheid, absorptie en benutting van mineralen beïnvloed door een groot aantal factoren, waaronder de samenstelling van het dieet, de fysiologische status en milieuoverwegingen. Het begrijpen van het ingewikkelde web van mineraalinteracties is essentieel voor het creëren van uitgebalanceerde diëten en het optimaliseren van de gezondheid van paarden. Door wetenschappelijke kennis en praktische inzichten te integreren, kunnen paardeneigenaren, trainers en dierenartsen voedingsplannen afstemmen op de individuele behoeften van paarden, rekening houdend met factoren als leeftijd, activiteitenniveau en specifieke gezondheidsoverwegingen. Bovendien blijven lopend onderzoek en vooruitgang in de voeding van paarden licht werpen op de complexiteit van mineraalinteracties en hun implicaties voor de gezondheid van paarden. Door op de hoogte te blijven van de nieuwste wetenschappelijke bevindingen kan de paardengemeenschap de voedingspraktijken aanpassen en verfijnen om het welzijn en de levensduur van deze opmerkelijke dieren te bevorderen. Concluderend onderstreept de verkenning van mineraalinteracties bij paarden het belang van een holistische en op bewijs gebaseerde benadering van paardenvoeding. Door wetenschappelijke inzichten in het voedingsmanagement te integreren, kunnen we ernaar streven de mineraleninname te optimaliseren, de fysiologische functie te ondersteunen en de algehele levenskwaliteit van onze paarden te verbeteren.

  1. Frape, D., 2004, Equine Nutrition and Feeding 3rd edition, 51-87, 96-100 []
  2. Schryver, H., 1990, Mineral and Vitamin Intoxication in Horses., Veterinary Clinics of North America: Equine Practice; vol 6; 295 – 318 []
  3. Novak S. & Shoveller A., 2008, Minerals for Horses. Nutrition and Feeding Management for Horse Owners., 34 -36 []
  4. Hiney, K., 2017, Minerals for Horses: Calcium and Phosporous []
  5. Toribio, R., 2011, Disorders of calcium and phosphate metabolism in horses. Veterinary Clinics of North America: Equine Practice []
  6. Higami, A.,1999, Occurence of white line disease in performance horses fed on low-zinc and low-copper diets. Journal of Equine Science []
  7. Davis, G., 1980, Microelement interactions of zinc, copper and iron in mammalian species. Annals of the New York Academy of Sciences 355, 130-139. []
  8. Nielsen, B., Mandi, M., Dennis, P., 2012, A Potential Link Between Insulin Resistance and Iron Overload Disorder in Browsing Rhinoceroses Investigated through the Use of an Equine Model. Journal of Zoo and Wildlife Medicine. Vol. 43, 3 Suppl. S61-S65. []
  9. Kellon, E., Gustafson K., 2018, Possible Dysmetabolic Hyperferritinemia in Hyperinsulinemic Horses []
  10. McLean, N. 2022. Dietary Iron Unlikely to Cause Insulin Resistance in Horses. Animals, Sept 2022 []
  11. Kellon, E., 2006, Iron Status of Hyperinsulinemic/Insulin Restistant Horses. Proceedings of the Third European Equine Health and Nutrition Congress, March 2006 []
  12. Frape, D., 2004, Equine nutrition and feeding 3e editie, 51-87 en 96-100 []
  13. Henninger, R., Horst, J., 1997, Magnesium Toxicosis in Two Horses. Journal of the American Veterinary Medical Association []
  14. Murray, R. et al., 2000, Harper’s Biochemistry. 25th Edition, McGraw-Hill, Health Profession Division, New York, 225 []
  15. CVB, 2013, CVB Tabellenboek Voeding Paarden en Pony’s, CVB-reeks nr. 51, september 2013, 37 []
  16. House, A., 2016, Selenium in the Equine Diet. []
  17. Hyperkalemic periodic paralysis (HYPP) in horses []
  18. Borer K., Corley K., 2006, Electrolyte disorders in horses with colic. Part 1: potassium and magnesium. Equine Veterinary Education 18 (5), 266-271 []
  19. Garcia-Lopez, J. Provost, P. et al, 2001, Prevalence and prognostic importance of hypomagnesemia and hypocalcemia in horses that have colic surgery, American Journal of Veterinary Research, Jan 2001; 62; 7 – 12 []
Share This :
error: De inhoud van deze website is beschermd!

We gebruiken cookies om uw browse-ervaring te verbeteren, siteverkeer te analyseren en inhoud te personaliseren. Door deze site te blijven gebruiken, stemt u in met het gebruik van cookies in overeenstemming met ons privacybeleid.

Seraphinite AcceleratorOptimized by Seraphinite Accelerator
Turns on site high speed to be attractive for people and search engines.