De hoeveelheid energie die een paard dagelijks nodig heeft, hangt af van verschillende factoren. Een goed inzicht hierin helpt om het rantsoen beter af te stemmen, zodat je voorkomt dat een paard te mager wordt, te zwaar raakt of gezondheidsproblemen ontwikkelt.
onderhoudsbehoefte: de basis
Zelfs in rust verbruikt een paard energie. Elke lichaamscel heeft energie nodig om te kunnen functioneren, ook zonder beweging.
De onderhoudsbehoefte hangt vooral samen met:
- Type paard: Een volbloed heeft een sneller metabolisme dan een koudbloed en heeft meer energie nodig.
- Geslacht: Een hengst verbruikt meer energie dan een merrie of ruin. ook als de ruin niet dekt, is de energiebehoefte groter.
- Lichaamsgewicht: Zwaardere paarden gebruiken meer energie.
- Leeftijd: Jonge paarden groeien nog en hebben daardoor per kilo lichaamsgewicht meer energie nodig dan volwassen dieren.
- Lichaamssamenstelling: Paarden met meer spiermassa hebben een hoger energieverbruik dan paarden die vooral vetweefsel hebben.
Meer energie bij werk, groei of herstel
Zodra een paard actief is of bijzondere fysiologische processen doormaakt, stijgt de energiebehoefte. Denk aan:
-
Training: De mate en vorm van training maken verschil.
-
Bij training aan de hand, zoals longeren, grondwerk of werken aan de dubbele lijnen, ligt de belasting meestal lager dan bij training onder het zadel.
-
Training onder het zadel vraagt extra energie, niet alleen omdat het paard zijn eigen lichaam moet dragen, maar ook het gewicht van de ruiter.
De balans, de rijkunst en het lichaamsgebruik van de ruiter spelen hierin een grote rol: een ruiter die goed in balans zit en meebeweegt, belast het paard veel minder dan een ruiter die scheef zit of onvoldoende onafhankelijke hulpen heeft.
-
-
Groei: Veulens en jonge paarden verbruiken extra energie voor de opbouw van spieren, botten en organen.
-
Dracht en lactatie: Merries die drachtig zijn of een veulen zogen, vragen extra van hun lichaam.
-
Herstel: Paarden die herstellen van ziekte of letsel, hebben meer energie nodig om weefsels te herstellen en het immuunsysteem te ondersteunen.
Invloed van de omgeving
Ook omgevingsfactoren spelen een rol:
-
Temperatuur: In koude periodes moet een paard meer energie inzetten om zichzelf warm te houden. Bij warmte kost het energie om af te koelen, door – bijvoorbeeld – te zweten.
-
Huisvesting: Paarden die dag en nacht buiten staan, bewegen vaak meer en verbruiken daardoor extra energie ten opzichte van stalpaarden.
Elk paard is anders
Twee paarden met hetzelfde gewicht en dezelfde training kunnen toch een andere energiebehoefte hebben.
Dat heeft onder meer te maken met:
-
Stofwisseling: Sommige paarden zetten voer efficiënt om in energie, anderen verbranden hun reserves sneller.
-
Karakter: Actieve, nerveuze paarden bewegen meer, ook op stal of in de wei.
Waarom goed inschatten belangrijk is
Een te lage energie-inname kan leiden tot gewichtsverlies, verminderde prestaties of een slechtere weerstand.
Een te hoge inname vergroot de kans op overgewicht, insulineresistentie en hoefproblemen.
Door regelmatig naar het paard én zijn omstandigheden te kijken, kun je het rantsoen tijdig aanpassen. Zo blijft het paard gezond, fit en in balans.