Voedingsadvies als middel tegen kribbebijten?

Gedragsproblemen,Gezondheid,Kribbebijten,Zorg en management

Inzicht in mogelijke oorzaken, risico’s en preventiemethoden

Kribbebijten is een dwangmatig gedrag dat wordt gekenmerkt doordat het paard de boventanden tegen een vast en stevig voorwerp drukt , de nek buigt en met een schommelende beweging lucht inslikt. Meestal gaat dit gepaard met een grommend of zuigend geluid. Dit gedrag is anders dan van paarden die af en toe op een tak of aan boomschors knabbelen.
Hoewel het op het eerste gezicht onschuldig lijkt, heeft kribbebijten negatieve gevolgen voor het welzijn en de gezondheid van het paard. In deze blog gaan we dieper in op de mogelijke oorzaken van kribbebijten en de bijbehorende risico’s. Daarnaast bekijken we hoe voedingsadvies als middel tegen kribbebijten kan worden ingezet en bespreken we nog andere effectieve preventiestrategieën.

Mogelijke oorzaken

Wat precies de reden is dat paarden gaan kribbebijten, is nog niet achterhaald. Wel zijn er verschillende omstandigheden vastgesteld die als onderliggende oorzaak met het kribbebijten in verband worden gebracht.

  1. Genetische aanleg: uit onderzoek blijkt dat bepaalde paardenrassen een genetische aanleg hebben voor kribbebijten. Voorbeelden van paardenrassen met een genetische aanleg zijn onder andere het Friese paard, Tennesee Walking Horses en KWPN. Wat niet wil zeggen dat alle paarden van deze rassen dit gedrag ontwikkelen of vertonen.
  2. Omgevingsfactoren: verveling, stress, beperkte beweging, opsluiting, en een eentonig dieet kunnen bijdragen aan de ontwikkeling van kribbebijten.
  3. Spijsverteringsproblemen: er zijn aanwijzingen dat Equine Gastric Ulcer Syndrome (EGUS of maagzweren) in verband kan worden gebracht met kribbebijten. Door kribbebijten wordt de productie van speeksel gestimuleerd. Speeksel is een natuurlijke antacida dat de pH-waarde van de maag balanceert. Dat geeft aan dat ongemak in het spijsverteringsstelsel van het paard kribbebijten kan veroorzaken.

Risico’s van kribbebijten

Kribbebijten veroorzaakt een hormonale reactie die in het hele lichaam kan leiden tot oxidatieve stress. Hierdoor kunnen vitale organen, maar ook gewrichten en het spijsverteringskanaal beschadigd worden. Er kunnen ook ontstekingen in de hersenen optreden, wat mogelijk kan leiden tot PPID en tot leptineresistentie.1
Andere mogelijke gezondheidsrisico’s zijn:

  1. Gebitsproblemen: Kribbebijten kan leiden tot overmatige slijtage van de snijtanden, waardoor gebitsproblemen kunnen ontstaan, zoals ongelijkmatige tandslijtage, breuken en tandvleesbeschadiging. Een scheve tandbalans beïnvloedt de algemene balans van het bewegende paard en de hoefslijtage.2
  2. Problemen met het spijsverteringsstelsel: Kribbebijten vergroot het risico op de ontwikkeling zweren in het maag- darmstelsel. Hierdoor wordt de opname van voedingsstoffen belemmerd.
  3. Gewichtsverlies en slechte lichaamsconditie. Kribbebijten heeft een verslavend effect op paarden door de natuurlijke opiaten die vrijkomen. Als gevolg hiervan kan het eetpatroon verstoord raken. Die verminderde voeropname leidt tot gewichtsverlies en verslechtering van de lichaamsconditie.
  4. Verhoogd risico op koliek: kribbebijten wordt ook in verband gebracht met een verhoogd risico op koliekaanvallen en kan zich daardoor ontwikkelen tot een levensbedreigende aandoening.

Preventiestrategieën

Door de verslavende werking, is kribbebijten geen gemakkelijk af te leren gedrag. Er worden verschillende middelen gebruikt om kribbebijten tegen te gaan. Gaande van een soort halsband, het gebruik van een graasmasker tot het gebruik van allerlei smeersels is het ene al dieronvriendelijker dan het andere. Allemaal hebben ze één ding gemeen: ze pakken dan wel het symptoom maar niet de oorzaak aan. Hieronder bespreken we een aantal gemakkelijk in te voeren preventieve maatregelen die het kribbebijten en de gevolgen ervan tegengaan.

  1. Verrijking van de leefomgeving: laat paarden voldoende bewegen en voorzie een voor het paard stimulerende omgeving. Er is ook onderzocht en aangetoond dat kribbebijten andere paarden niet aanzet om hetzelfde te doen. Sta uw paard dus sociale interactie toe. Hoe kleiner de kans dat het paard zich gaat vervelen, des te kleiner de kans dat het gaat kribbebijten.
  2. Voedingsadvies als middel: een uitgebalanceerd dieet met regelmatige en voldoende toegang tot ruwvoer en eventueel weidegang kan voedingsgerelateerd kribbebijten voorkomen. Een aangepast dieet op maat ondersteunt de behandeling tegen maagzweren en gaat gewichtsverlies en verminderde lichaamsconditie tegen.
  3. Gebitsverzorging: Regelmatige gebitscontrole en het corrigeren van eventuele gebitsafwijkingen kunnen de onbalans als gevolg van het kribbebijten herstellen. Eventuele eetproblemen en ongemakken die kunnen leiden tot kribbebijten worden verminderd.
  4. veterinaire interventie: in gevallen waarbij het kribbebijten in verband kan worden gebracht met EGUS, kan een veterinaire interventie, het gebruik van medicijnen om maagzweren te behandelen en een aanpassing van het dieet de oorzaak van het kribbebijten wegnemen.

Ter conclusie

Kribbebijten is een moeilijk af te leren gedrag dat schadelijke gevolgen kan hebben voor de gezondheid en het welzijn van het paard. Door inzicht te krijgen in de onderliggende oorzaken, de bijbehorende risico’s te herkennen en effectieve preventiestrategieën te implementeren, kan kribbebijten verminderd of voorkomen worden. Een vroegtijdige en holistische aanpak zijn de sleutel tot het beheersen van kribbebijten en het verbeteren van het algemene welzijn van het paard.

  1. Getty, J.M. Measures to Reduce Cribbing []
  2. Teskey, T.G. Insight to Equus []
error: De inhoud van deze website is beschermd!